Dolce en Gabbana, Berlusconi en de Mafia

In Milaan heeft de rechtbank besloten dat de oprichters van luxemerk Dolce&Gabbana terecht moeten staan voor belastingontduiking ter waarde van bijna een miljard euro. De broers Domenico Dolce (52) en Stefano Gabbana (48) hebben met met vijf andere verdachten het belastingformulier niet netjes ingevuld in de jaren 2004 en 2005. Omdat Italië kampt met financiële problemen heeft de belastingdienst van de regering Berlsuconi de opdracht gekregen op de kleintjes te letten.

 

Berlusconi zelf moet overigens ook goed op gaan letten. De rechtbank in Palermo heeft in een arrest bewezen verklaard dat Berlusconi heeft vergaderd met topmannen van de maffia.

In de zaak tegen de Italiaanse senator Marcello Dell’Utri is al eerder naar voren gekomen dat deze als liaison diende tussen de Italiaanse premier en de maffia maar het gerechtshof vindt bewezen dat er ook direct contact is geweest. Dell’Utri kreeg in juni zeven jaar cel van de rechtbank voor banden met de maffia. De motivatie achter dat vonnis was nog niet naar buiten gekomen.

Deze bewezen contacten van de maffia met Berlusconi dateren uit de jaren zeventig. In  document van de rechtbank staat dat Berlusconi toen – als zakenman – contact heeft gehad met Stefano Bontante. Berlusconi zou protectie hebben ontvangen en ook van een persoonlijke lijfwacht van de cosa nostra zijn voorzien.

De rechtbank achtte niet bewezen dat Berlusconi een overeenkomst met de maffia heeft gesloten om planmatig de belangen van de mafia in regeringsbeleid of via de bedrijven van Berlusconi te dienen.