Doorbraak moordzaak Amsterdam-Noord

De Amsterdamse recherche spreekt over een doorbraak in het onderzoek naar de dubbele moord op het oudere stel Mary Run en Henk Opentij, in november 1997. Uit nieuw forensisch onderzoek naar de ethniciteit van het door de dader achtergelaten dna komt naar voren dat deze ‘negroïde’ moet zijn. 

Het Openbaar Ministerie moet nu beslissen of er een dna-verwantschapsonderzoek in de databank van het Nederlands Forensisch Instituut moet worden gedaan. De politie zegt ook te overwegen een nieuw uitgebreid buurtonderzoek te gaan doen.

Henk Opentij (79) en Mary Run (73) zijn in november 1997 in hun woning in Amsterdam-Noord op bijzonder gruwelijke wijze om het leven gebracht door één of twee personen die de slachtoffers in hun huis hadden binnengelaten. De twee zijn met messen ernstig toegetakeld terwijl er nauwelijks kostbaarheden of geld waren meegenomen. De zaak heeft veel publiciteit gehad en er zijn verschillende verdachten in beeld geweest wiens dna niet overeen kwam met dat van de dader.

Er is ook een dna-onderzoek in de buurt uitgevoerd onder ruim honderd mannen, hetgeen geen resultaat heeft opgeleverd.

Volgens de Amsterdamse politie ‘bestudeert’ het onderzoeksteam nu deze nieuwe aanwijzing.

De wet biedt sinds kort meer mogelijkheden voor dna-onderzoek, zoals een dna-verwantschapsonderzoek in de databank van het NFI. In zo’n onderzoek gaat het NFI kijken of er in de dna-databank familieleden voorkomen van de dader wiens dna op de plaats van de moord is achtergelaten. In die databank zit dna van daders en slachtoffers van ernstige misdrijven.

Het Openbaar Ministerie kan ook besluiten een nieuw grootschalig dna-(verwantschaps)onderzoek te doen in Amsterdam-Noord.

Begin november komt Crimesite met het boek: Cold Cases. Daarin meer aandacht voor de zaak van Henk Opentij en Mary Run  en nog twaalf andere indrukwekkende moordzaken die onopgelost zijn.