Drie draconische wetsvoorstellen

Door Jillis Roelse

Met drie draconische wetsvoorstellen luidde de Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten en zijn Staatssecretaris Fred Teeven de zomer in. Het mes wordt gezet in de gefinancierde rechtshulp, er komen ruimere deals met kroongetuigen en tot slot kunnen criminele burgerinfiltranten worden ingezet. Alle drie hebben flinke gevolgen, maar de inzet van criminele burgerinfiltranten is een voorstel van de buitencategorie.

IRT

Het is bijna 20 jaar geleden dat het Interregionaal Rechercheteam (IRT) van Noord-Holland/Utrecht met onmiddellijke ingang werd stopgezet door de top van de Nederlandse justitie en recherche. Dat team hield zich bezig met het bestrijden van de georganiseerde misdaad. Tot ergernis van de toenmalige Minister van Justitie mr. Hirsch Ballin kwam Nederland steeds meer in de ban van deze organisaties.

Bovenwereld

Megaboeven in vooral de drugshandel zouden onaantastbaar zijn en ook nog eens infiltreren in de bovenwereld. De Nederlandse rechtsorde was daarmee in gevaar en de Minister verklaarde samen met de top van het Openbaar Ministerie het aanpakken van deze criminele organisaties tot absolute topprioriteit.

Sapman

Maar bij dat aanpakken bleek onder meer de recherche in Haarlem gebruik te hebben gemaakt van boeven met een dubbelrol. IRT-informanten en infiltranten onder mysterieuze namen als Sapman, Taartman, de Coureur en Haagse Kees bleken met de hulp van de recherche honderden kilo’s aan Colombiaanse cocaïne te hebben doorgeleverd. De winst van deze deals mocht men houden. De politie had hierbij vaak een faciliterende rol, waarbij rechercheurs als ware zij Sonny Crockett en Rico Tubbs uit de Amerikaanse tv-serie Miami Vice, kilo’s drugs vervoerden en gebruik maakten van crimineel geld.

Van Traa

Onder leiding van de nog altijd veel gemiste Maarten van Traa legde de parlementaire enquête commissie Opsporingsmethoden (1994-1996) alle wantoestanden haarfijn bloot. De commissie was van oordeel dat er door dit soort opsporingspraktijken ‘een crisis in de opsporing’ was veroorzaakt. Niemand wist precies meer waar men aan toe was in de opsporing. Ook was totaal niet meer duidelijk wie nu eigenlijk de regie had: de politie of juist de criminele burgerinfiltrant? Wie runde wie? In een aanvullend onderzoek van de commissie Kalsbeek in 1999 bleek dat de crisis nog erger was: niet alleen hadden veel IRT-informanten en infiltranten miljoenen verdiend met medeweten van politie en justitie, ook bleken veel van deze types totaal niet betrouwbaar naar justitie te zijn geweest en ronduit een dubbelrol te hebben gespeeld.

Tijdmachine

Wanneer je het rapport van Van Traa nog eens doorbladert, of de boeken van onderzoeksjournalist Marian Husken over deals met justitie, is het wetsvoorstel van de huidige minister Opstelten om alsnog gebruik te gaan maken van criminele burgerinfiltranten werkelijk niet te begrijpen. Het lijkt alsof we massaal in een tijdmachine zijn gestapt, want in het wetsvoorstel wordt opnieuw gesproken over ‘georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, waarvan de grootste dreiging voor de samenleving uitgaat.’ En opnieuw zou het de politie en justitie nu ‘niet lukken om door te dringen tot de top van deze organisaties’, omdat de huidige opsporingsmethoden in de praktijk niet of onvoldoende zouden werken. Het aanpakken van dit soort georganiseerde topcriminaliteit is wederom een ‘topprioriteit’.

Goed gedaan

Het voorstel om de opsporing in Nederland in 2013 zo radicaal op de schop te nemen, zit volgepropt met dit soort smaakmakers en mantra’s. Maar een overtuigende onderbouwing hiervoor is ver te zoeken. Waar blijkt nu concreet uit dat het daadwerkelijk zo rampzalig zou zijn gesteld met het aanpakken van die criminele organisaties? Een snelle blik op de strafprocessen van de afgelopen vijf jaar laat glashelder zien dat de afdelingen zware criminaliteit van de recherche en de hierbij nauw betrokken officieren van justitie het in heel Nederland juist behoorlijk goed hebben gedaan.

Vrakking

Is er nu werkelijk zoveel meer zware criminaliteit dan in de jaren negentig? Hoe weet men zeker dat een criminele burgerinfiltrant alle informatie met de overheid deelt en hoe voorkomt men dat hij/zij geen strafbare feiten pleegt of een dubbelrol inneemt? Niet voor niets waarschuwde de voormalig hoofdofficier van justitie mr. Hans Vrakking in even stevige als duidelijke bewoordingen tegen het gebruik van dit soort criminele infiltranten.

Monsterlijke bezuinigingen

Het is veelzeggend dat minister Opstelten zijn brief aan de Tweede Kamer niet begint met een veel groter en belangrijker probleem in 2013. Namelijk een beschrijving van de huidige gevolgen van alle monsterlijke bezuinigingen. Dat er bij veel parketten bijvoorbeeld geen nieuwe officieren van justitie meer worden aangenomen of dat grote zaken überhaupt niet kunnen worden aangepakt bij gebrek aan geld en capaciteit bij zowel justitie als recherche. En dat veel leden van het openbaar ministerie en de recherche zich behoorlijk de steek voelen gelaten door de ‘topprioriteit’ niet te leggen bij zijn mensen in het veld.

Ferme zwiep

De gevolgen van het terugschroeven van de gefinancierde rechtsbijstand zullen voor veel rechtszoekende burgers minstens zo zwaar zijn, ondanks de parlementaire dooddoener dat ‘voor mensen met de laagste inkomsten de toegang tot rechtsbijstand zal blijven bestaan’. De vraag is namelijk of er na die bezuinigingen nog genoeg goede advocaten zullen zijn, die gefinancierde rechtshulp kunnen blijven aanbieden. Hopelijk realiseert de Eerste en Tweede Kamer zich tijdig dat zoals men zaait, men zal oogsten en gooit men dit soort voorstellen met een ferme zwiep voor eens en voor altijd de prullenbak in.

mr. Jillis Roelse is strafrechtadvocaat in Amsterdam