De farce van het “Dreigingsbeeld”

In het vierjaarlijkse Nationale Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit rapporteren knappe koppen bij de politie in opdracht van het Openbaar Ministerie hoe dreigend de georganiseerde criminaliteit in Nederland wel niet is. De publieke (openbare) versie van het rapport staat altijd vol raadsels en niet onderbouwde beweringen. De oorzaak daarvan is dat de onderzoekers ruimschoots mogen bladeren in politiedossiers, maar de details niet mogen publiceren. Dus blijft zo’n Dreigingsbeeld vaag en vooral: oncontroleerbaar. 

Door @Wim van de Pol

Daar komt nog bij dat het belang van de politie niet ligt in waarheidsvinding, zoals die bedreven wordt door rechters en wetenschappers. De politie heeft een rechtstreeks belang de situatie zo ernstig en dreigend mogelijk voor te doen. En wel om een reden die iedere Nederlander goed begrijpt: de recherche wil meer geld om alle dreiging die op Nederland aandendert te kunnen stoppen.

Killer-Dreiging: synthetische drugs

Zo is periodiek altijd een element van de georganiseerde criminaliteit die heel erg bijzonder dreigend is. In het Dreigingsbeeld 2012 is de productie van en handel in synthetische drugs als een killer-dreiging neergezet. Net als vier jaar geleden overigens. Verwacht wordt dat productie en export van MDMA in Nederland, na een terugval in de periode 2008-2010, weer zal toenemen. Uitermate verontrustend.

Haastig stelt het rapport dat dit niet betekent dat de politie heeft stilgezeten. De handel in grondstoffen voor dit soort drugs is verder aangepakt. Maar ja, er komen door die aanpak steeds weer andere grondstoffen en ook weer nieuwe synthetische drugs terwijl het gebruik grosso modo hetzelfde blijft. Ook de cocaïnemarkt is per saldo stabiel, gebruik van soft drugs verandert niet.

Ook cocaïne blijft een Dreiging. In het rapport staat het volgende te lezen: ‘Bij het lezen van de laatste criminaliteitsbeeldanalyse cocaïne treedt een soort
déjà vu op: in grote lijnen verandert er weinig op de cocaïnemarkt zoals beschreven in 2008.’ 

Drugsbestrijdende recherche

Een xtc-pil kost al jaren evenveel als een biertje, een zakje wiet misschien twee. Een pakje snuifcoke kostte in de guldentijd al 50 euro. De honderden miljoenen die worden uitgegeven aan de Nederlandse War on Drugs helpen niet, maar komen enkel ten goede aan de budgetten van de drugsbestrijdende recherche. En niet aan veiligheid op straat of het stoppen van verloedering in de buurt of het opsporen van inbrekers.

In het Dreigingsbeeld moeten politie en justitie al dat geld verantwoorden. En dan moet je wel met een stevig verhaal over de brug komen.

Voor wie niet bang is: hier is de Dreiging te downloaden. 

Handen uit de mouwen

De woordvoering van de minister van Justitie schoot woensdag direct een ronkend persbericht de wereld in. We lezen dat de minister in wil zetten op de georganiseerde criminele ‘bendes’ die zich ‘onaantastbaar wanen’. We lezen: ‘Bij deze subjectgerichte aanpak worden de schijnwerpers gezet op de crimineel en de criminele organisatie zelf.’ Handen uit de mouwen dus, voor politie, Openbaar Ministerie, bestuur en Belastingdienst. Samen de dreiging te lijf.

En over vier jaar verschijnt er opnieuw een Dreigingsbeeld waarmee de burger verontrust moet raken. Nog steeds zijn er dan die criminele organisaties die zich ‘onaantastbaar wanen’. Wedden dat pillen, GHB, coke en wiet nog steeds overal voor weinig te koop zijn? En het drugsgebruik is ondanks alle dreiging hetzelfde. 

Zoals de minister het zelf schrijft: ‘Uit het Nationale Dreigingsbeeld komen geen grote verschuivingen binnen de georganiseerde misdaad naar voren.’

Dank u, heer Opstelten.