Binnen zonder kloppen, zonder reden

In tegenwoordigheid van een rechter-commissaris is op 8 december 2011 zonder opgaaf van reden een spoedzoeking gedaan in het huis van de vriendin van Rodney G., in een dorp in Zuid-Holland. Kort daarvoor was een arrestatieteam binnengetreden om G. aan te houden maar die was niet aanwezig. G. staat bekend als Amsterdamse Beroepscrimineeel (ABC’er). Het was de derde keer in nog geen jaar dat met geweld deze woning is betreden. 

Twee keer is G. afgevoerd, telkens werd de deur uit de sponning geramd. Bij de inval op 8 december werd alleen vermeld dat G. verdachte was, niet waarvan.

Voor de zoeking werd evenmin een verdenking gegeven, dus ook niet wie de verdachte was, en ook werd niet aangegeven waarnaar men op zoek was. De rechter-commissaris had een machtiging (artikel 110 WvSv) in de hand en er werd kennelijk (vergeefs) gezocht naar wapens, hard drugs of explosieven door verschillende rechercheurs met een speurhond.

De verdenkingen op grond waarvan in maart en september is binnengetreden waren vaag en gebaseerd op anonieme informatie, bijvoorbeeld plannen voor geweldpleging. Na verhoor kon G. beide keren snel weer gaan.

Voor de laatste inval was geen reden gegeven en voor de spoedzoeking evenmin. Er stond niets over op papier, anders dan dat Rodney G. verdachte was. Sander Janssen, de advocaat van G. hierover:

‘Noch uit het verslag van binnentreden met als doel de aanhouding van de heer G., noch uit het verslag van de rechter-commissaris kan ik opmaken wat de reden van dit binnentreden is geweest. In het bijzonder blijkt niet om welk strafbare feit de verdenking gaat.’

Janssen heeft nu aan het Openbaar Ministerie in Haarlem en de verantwoordelijke rechter-commissaris verzocht de achterliggende reden te geven van het gewelddadige binnentreden en ook van de doorzoeking.

In oktober schreef Janssen ook al een brief naar aanleiding van een inval rond 02.00 ’s nachts waarbij, volgens G., het 5-jarige dochtertje van de vriendin van G. in een aparte ruimte werd ondervraagd door verbalisanten. Ook maande de politie daarop Jeugdzorg omdat het kind in een onveilige situatie zou verkeren in verband met gewelddadige politie-invallen.

Op de brief van oktober heeft Janssen geen antwoord gehad.

Rodney G. is in het verleden zacht gezegd niet altijd een lieverdje geweest. Hij is veroordeeld voor onder meer wapenbezit en geweldpleging. Hij was lang verdachte van een gewapende overval op 22 februari 1999 in Amsterdam-Oost waar een groep van vier mannen een geldauto van Brink’s met springstof probeert te openen. Daarna onstond een schietpartij met de politie waarbij een politieman zwaargewond raakte en een tweede licht. G. was daarna verdachte maar is niet veroordeeld. Er was dna aangetroffen op de plaats delict en G. is nadien met wapens aangehouden in een auto, maar verplicht dna-onderzoek na zo’n aanhouding was destijds niet mogelijk.

G. is ook verdacht geweest van het sturen van dreigbrieven naar politiemensen van het korps Amsterdam.

G. zegt zelf dat de kentekenplaten die zijn gebruikt voor de onopgeloste overval op Brinks vorig jaar in Amsterdam-Zuidoost zijn gestolen van een auto die zeer dicht bij het huis van zijn vriendin stond.