OM en La S.: Eindspel in zicht

Waar gaat Peter la S. naar toe? Het heeft er alle schijn van dat het eindspel is begonnen in de dans rondom de deal van kroongetuige Peter la S. Officier van justitie Betty Wind verwachtte binnen enkele weken duidelijkheid vanuit het Team getuigenbescherming (TGB) van het Openbaar Ministerie. La S. zelf sprak vandaag ook over 2 december als magische datum. Het heeft er alle schijn van dat het Openbaar Ministerie rond die datum een finaal bod op tafel wil hebben.

Toen La S. zijn deal over zijn verklaringen maakte was inbegrepen dat met het TGB onderhandelingen zouden worden voortgezet en zouden moet leiden tot een definitieve regeling over zijn verdere leven. 

Waar speelt zich dat leven af? Hoeveel geld krijgt hij mee? Is er sprake van een andere identiteit? 

In de praktische uitvoering zit er nu een foutje. Het proces is nog bezig en dat biedt aan de criminele kroongetuige de gelegenheid over de eind-deal te onderhandelen.

La S. zegt het zelf herhaaldelijk: ‘ik streef de niet ontvankelijkheid van de Staat na’. Hij bedoelt dat aan zijn eisen met betrekking tot de einddeal van zijn getuigenbescherming moet worden toegegeven. Anders laat hij het proces alsnog ontploffen, zegt hij.

Als dreigingsmiddelen zet hij zijn hervonden ‘herinneringen’ in. Hij spreekt van ‘gijzeling’ waarbij het Openbaar Ministerie hem door middel van zijn bescherming zijn verklaringen zou hebben geprobeerd te beïnvloeden.

Andersom houdt hijzelf de loop op het OM gericht. La S. is een player, dat moge duidelijk zijn geworden. En dus weet hij dat zijn tegenstander – de Staat – geen kleintje is. En dus heeft hij als player nog een laatste kaart in zijn mouw voor het Endspiel.

Dat zouden de ‘banden’ kunnen zijn met gesprekken tussen hem en officieren van justitie, die door hem buiten medeweten van die officieren zijn opgenomen. In de urenlange gesprekken hoeven maar een paar zinsnedes te zitten die ernstig doen twijfelen aan rechtmatigheid en oprechtheid van de functionarissen. Genoeg om grote gevolgen te kunnen hebben in de rechtbank voor het lot van het Passage-proces.

La S. dreigt als een afperser. Waarschijnlijk heeft het Openbaar Ministerie met hem meerdere inschattingsfouten gemaakt.

Ten eerste is de vraag of het juist is geweest met iemand als La S. in zee te gaan. Ten tweede is niet voorzien dat het strafproces Passage nog zo lang zou doorlopen dat het op enig moment parallel zouden gaan met de totstandkoming van de definitieve deal over de getuigenbescherming van La S.

Hiermee is La S. is een ideale positie gekomen. Het Passage-proces mag niet imploderen. Het is te duur en te prestigieus voor het OM om dat toe te laten. 

Daarom zal het Openbaar Minsterie In december waarschijnlijk toegeven aan La S. Hij kan dan rustig akkoord gaan met het laatste bod van de Nederlandse Staat. Als hij denkt als een echte afperser weet hij immers dat er zelfs nadien nog kansen liggen.

Betalen houdt nooit op. Als de dreiging van zijn laatste kaart maar sterk genoeg is.