Eis: 16 jaar tegen Nieuwegeinse ‘serieverkrachter’
Het Openbaar Ministerie in Utrecht heeft woensdag de maximaal mogelijke celstraf van zestien jaar geëist tegen Gerard T. (52) voor vier verkrachtingen in september 1995 en in oktober 2001. Omdat T. geen enkele verklaring heeft afgelegd en niet heeft meegewerkt aan het persoonlijkheidsonderzoek is een zo lang mogelijke celstraf op zijn plaats vindt het Openbaar Ministerie.

Achttien feiten
Het OM vindt dat noodzakelijk als vergelding voor de ernstige feiten en ter bescherming van de maatschappij. De verkrachtingen vindt het OM bewezen op grond van forensische sporen bewijsbaar zijn. Onderzoek naar zijn computer en telefoon, en naar personen in zijn omgeving leverden geen direct bewijs op voor de feiten van vijftien en twintig jaar geleden. Het NFI verrichtte nader onderzoek wat ertoe leidde dat er voor een vierde feit forensisch bewijs is. Voor de overige achttien feiten die tijdens het onderzoek met het oog op de opsporing aan elkaar gekoppeld waren, vindt het OM dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. Er was geen verwachting dat de aangeefsters de verdachte zouden herkennen vanwege de verstreken tijd en veranderd uiterlijk. Daarnaast ontbrak in deze zaken technisch bewijs.