Ex-verdachten kansloos in schadeclaim tegen Staat

Voor wie onterecht tot verdachte is bestempeld, en daardoor bijvoorbeeld zijn bedrijf kapot zag gaan, is het bijna onmogelijk een schadevergoeding van de Staat te krijgen. De Staat weet de schade van grove fouten van het Openbaar Ministerie zeer beperkt te houden.


Door @Wim van de Pol

Wie in Nederland onterecht vastzit kan een kleine vergoeding krijgen voor iedere dag die in hechtenis is doorgebracht en soms een tegemoetkoming in advocaatkosten. Maar daar blijft het dan bij. Wie financieel kapot is gemaakt door een strafrechtelijke vervolging kan in het algemeen fluiten naar een schadevergoeding voor bijvoorbeeld inkomstenderving. Een vrijspraak alleen is namelijk hiervoor bij lange na niet voldoende.

Twee maatstaven

In Nederland heeft een ex-verdachte alleen recht op schadevergoeding als is gebleken dat hij destijds geheel ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Jurisprudentie van de Hoge Raad heeft hiervoor twee maatstaven aangebracht waarmee een civiele rechter een schadevergoeding door de Staat kan verplichten.

Gebleken onschuld

De eerste omstandigheid waarbij een ex-verdachte recht kan hebben op schadevergoeding is als er ’gebleken onschuld’ is voor álle feiten waarvan iemand verdacht was. Het probleem bij dit criterium voor het verkrijgen van schadevergoeding is dat de verdachte de feiten waarvoor hij niet gedagvaard is uit het oog verliest. In de praktijk verdenkt het Openbaar Ministerie verdachten in een onderzoek van vaak van meer feiten dan waarvoor ze uiteindelijk bij de rechtbank worden gedagvaard.

Appelen én peren

Wie vervolgd wordt voor diefstal van appelen, maar tegelijk verdacht werd van diefstal van peren (maar daarvoor niet gedagvaard is bij de rechtbank), zal na afloop van de strafrechtelijke procedure om een schadevergoeding te verkrijgen bij een civiele rechter moeten bewijzen dat hij onschuldig was inzake diefstal van appelen én diefstal van peren.

Wie eist bewijst

De onschuld inzake de diefstal van appelen bewijzen kan misschien slagen, omdat de strafrechter de zaak al heeft uitgezocht. De ex-verdachte moet echter óók bewijzen dat hij onschuldig was aan diefstal van peren. En dat heeft de rechter niet onderzocht en er is geen (of nauwelijks) een strafdossier over. Het Burgerlijk Wetboek gaat ervan uit dat “wie eist bewijst”. De ex-verdachte moet dus een “negatief feit” (onschuld van perendiefstal) bewijzen. Dat is doorgaans onmogelijk.

Flut-verdenkingen

Omdat onschuld moet blijken in álle feiten waarvan men was verdacht zal het Openbaar Ministerie – om schadeclaims te beperken – liefst een aantal “flut-verdenkingen” optuigen, maar de verdachte daarvoor niet dagvaarden, noch een transactie aanbieden. Schadeclaims stranden daardoor vrijwel altijd.

Sepotcode 01

De andere maatstaf die de Hoge Raad heeft vastgelegd om een ex-verdachte schadevergoeding te laten krijgen voor de civiele rechter is de omstandigheid dat de persoon helemaal nooit verdachte had mogen worden. In andere woorden: in het geval dat de officier van justitie hem of haar ten onrechte als verdachte heeft aangemerkt. Dat is het geval als politie en justitie iemand verdenken en de officier besluit de zaak te seponeren met sepotcode 01, wat staat voor ‘ten onrechte als verdachte gemeld’. Als een strafrechtelijk onderzoek door de officier van justitie is gestart en de verdachte blijkt ten onrechte als verdachte aangemerkt te zijn tekent een parket-medewerker dat aan in het systeem van de juridische documentatie in Almelo (JDD) met de code 01.

Catch-22

Hier is sprake van een soort catch-22-situatie. Want in de wet staat dat deze code 01 direct uit het register van het “strafblad” van een (ex)-verdachte moet worden verwijderd. Een ex-verdachte kan dus later bij een civiele rechter in de procedure om schadevergoeding te krijgen nooit aantonen dat hij ten onrechte als verdachte was aangemerkt. Juist omdat de sepotcode 01 direct uit het systeem is verwijderd. De (ex)verdachte zou deze beslissing over zijn sepot met vermelding van de sepotcode eigenlijk schriftelijk thuis moeten ontvangen, zo schrijft de wet ook voor. Maar uit onderzoek van de Ombudsman blijkt dat dit zelden of nooit daadwerkelijk gebeurt. Kortom: schadevergoeding op basis van sepotcode 01 is in theorie mogelijk maar in de praktijk meestal niet.

Kamervragen

Vorige week werd duidelijk dat Justitie heeft gerommeld met de juridische documentatie van iemand die ten onrechte als verdachte was aangemerkt. Van hem blijken verschillende versies van zijn juridische documentatie in omloop te zijn. Justitie kan hem daarvoor geen verklaring geven. Inmiddels zijn hier Kamervragen over gesteld door de SP. De betrokkene zelf vermoedt dat Justitie een schaduwsysteem van de juridische documentatie van (ex)verdachten bijhoudt met het oog op beperking van eventuele schadeclaims. Zie: Waarom rommelde Justitie met het strafblad?