Ferdi Elsas: ontvoerder en moordenaar van Gerrit Jan Heijn

In de vroege ochtend van 9 september 1987 heeft Gerrit Jan Heijn, kleinzoon van Albert, oprichter van de bekende supermarktketen, een afspraak met de tandarts. Op het moment dat hij bij zijn villa in Bloemendaal in de auto stapt, springt de werkloze ingenieur Ferdi Elsas tevoorschijn en gaat naast Heijn zitten. Elsas, gewapend met een pistool met zelf gefabriceerde geluidsdemper, dwingt Heijn naar een andere auto te rijden, een Fiat Uno. Met deze auto rijden de twee naar de Veluwe, waar Heijn gedwongen wordt een cassettebandje in te spreken.

(Op de foto Ferdi Elsas tijdens een reconstructie van de politie)

Na een mislukte ontsnappingspoging – Heijn rende naar een provinciale weg, maar het voorbij stormende verkeer weigerde te stoppen – vertrekken de twee weer met de Fiat. Om ongeveer half tien ’s avonds komen ze aan in Doorwerth, waar de ontvoerder Heijn dwingt de bossen in te lopen. Daar schiet hij de topman van het supermarktconcern dood. Elsas begraaft het lichaam van Heijn nadat hij diens vingerkootje heeft afgesneden. Daarop keert de moordenaar terug naar zijn huis in Landsmeer. Op de terugweg dumpt hij de Fiat – die hij van zijn zwager had gestolen – in het IJ.

In de daaropvolgende weken communiceert Elsas met de familie Heijn via brieven en advertenties in kranten. Ook stuurt hij het cassettebandje met de door Heijn ingesproken boodschap op. Op 30 september maakt Elsas, die zich in zijn brieven voordoet als een bende ontvoerders, zijn eisen bekend: hij eist 7,7 miljoen gulden en edelstenen. Als de familie niet op de eisen in gaat ontvangen ze de bril van Gerrit Jan Heijn plus het vingerkootje dat in een filmkokertje is verpakt. Het begeleidende briefje luidt: ‘Gerrit Jan Heijn zal voorlopig moeite hebben met piano spelen.’ Daarop besluit de familie toe te geven aan de ontvoerder.

Op 27 november 1987 wordt het losgeld gedeponeerd in een tunneltje onder de A12, ergens tussen Utrecht en Arnhem. Nadat Elsas het geld heeft opgepikt, verblijft hij enige dagen bij zijn ouders in Heelsum. Omdat van Gerrit Jan Heijn na de overdracht van het losgeld taal noch teken wordt vernomen, doet zijn echtgenote tweemaal op televisie een emotionele oproep. Het mag niet baten.

Vanaf dat moment stort de politie, die zich eerst terughoudend had opgesteld, zich vol in het onderzoek. In februari 1988 komt de politie er achter dat er bij de AMRO-bank een bankbiljet van 250 gulden binnen is gekomen, met een nummer uit de serie biljetten van het overgedragen losgeld. Het spoor leidt naar een slijterij in Amsterdam-Noord. Als later ook biljetten opduiken in Landsmeer weet de politie Elsas te traceren. Hij wordt in april 1988 gearresteerd. Zijn motief van de ontvoering: hij had geld nodig om wraak te nemen op mensen die hem zakelijk zouden hebben belazerd.

Ferdi Elsas werd in december 1988 veroordeeld tot 20 jaar cel en tbs. Justitie had levenslang tegen hem geëist. In 2001 kwam hij vrij en ging hij met zijn vrouw in Ruurlo wonen. Acht jaar later werd hij tijdens een fietstocht geschept door een graafmachine. Elsas overleed op 66-jarige leeftijd aan de gevolgen van het ongeluk.