Forensische opsporing kan het werk niet aan

Er zijn te weinig politiemensen aan het werk in de forensische opsporing, dat komt onder meer door vergrijzing. De Nederlandse Politiebond (NPB) zegt dat er 7.500 rechercherus bij de technische recherche nodig zijn terwijl er maar 1.500 werken.

Vergrijzing

De politie wil tweehonderd nieuwe politiemensen en nieuwe technologie inzetten om de problemen bij forensische opsporing aan te pakken maar dat is volgens de bond te weinig. Door vergrijzing vertrekken veel mensen met ervaring. Het opleidingstraject duurt te lang om snel nieuwe mensen aan te trekken. Dat komt omdat technische rechercheurs normaal gesproken eerst ervaring op moeten doen bij andere takken van de politie. Enkel een technische opleiding is niet voldoende om aan de vraag naar mensen met genoeg praktijkervaring te voldoen.

Vertraging

Verder zijn er problemen met verouderde computersystemen en zijn medewerkers te veel tijd kwijt met administratie die dan niet aan onderzoek wordt besteed. Alle problemen samen leiden tot te grote werkdruk.

Het Openbaar Ministerie heeft ook haar grote zorg aan het minsterie van Justitie overgebracht. Een gevolg van de problemen bij de technische recherche is dat officieren van justitie lang moeten wachten op resultaten of door moeilijkheden met de automatisering de onderzoeksresultaten niet kunnen vinden. Rechtszaken lopen door deze moeilijkheden vertraging op.