Geen vervolging Moszkowicz

Het Openbaar Ministerie (OM) start geen strafrechtelijk onderzoek naar de bekende advocaat Bram Moszkowicz. Tegen de advocaat werd door een ex-cliënt aangifte gedaan van verduistering, oplichting en valsheid in geschrifte. Daarnaast meldde de belastingdienst bij het OM onregelmatigheden in de administratie van de heer Moszkowicz.

 

Met de belastingdienst heeft Moszkowicz een schikking getroffen en daarmee is de zaak volgens het OM afgedaan. Wat betreft de aangifte van de ex-cliënt zegt het OM dat die klacht buiten het strafrecht om behandeld dient te worden.

De klager zat (ook nu nog) gedetineerd, in Veenhuizen. Hij liet een vriend in het najaar van 2008 in drie tranches 60.000 euro contant aan de strafpleiter betalen, maar kreeg geen kwitanties. Toch zou blijken uit de agenda van Moszkowicz dat het geld daadwerkelijk in ontvangst is genomen.

Verklaring OM 

Het OM geeft de volgende verklaring om Moszkowicz niet te vervolgen: ‘Het instellen van een strafrechtelijk onderzoek in situaties als deze, zal een intensieve schending van het, in beginsel vertrouwelijke, verkeer tussen de advocaat en een groot aantal cliënten met zich meebrengen. In zijn algemeen is dan terughoudend optreden gepast.’

‘Nu de heer Moszkowicz en de Belastingdienst omtrent de onregelmatigheden tot een schikking zijn gekomen en het betreffende handelen van de heer Moszkowicz via een tuchtrechtelijke procedure aan de orde is gesteld, is hiermee voor het OM sprake van een passende en adequate afdoening. Het OM vindt daarom het opstarten van een strafrechtelijk onderzoek niet opportuu’, aldus het OM in een verklaring.

Aangifte cliënt

‘Ook naar aanleiding van de aangifte zal geen strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld. Volgens het OM kan het geschil tussen de advocaat en zijn voormalige cliënt die aangifte deed, buiten het strafrecht om worden afgewikkeld. De onenigheid tussen beide partijen over urenspecificaties en in rekening gebrachte bedragen kan als civiel geschil worden afgehandeld. Bovendien is de klacht van aangever bij de tuchtrechtelijke procedure reeds aan de orde geweest. Daarnaast is het OM van mening dat dit conflict tussen de advocaat en zijn voormalige cliënt bewijsrechtelijke problemen oplevert.’