De gemeente Amsterdam heeft een transactie van 15.000 euro geaccepteerd nadat het Openbaar Ministerie haar strafbaar heeft bevonden in verband met een dodelijk ongeval dat in mei 2013 plaatsvond aan de Veemkade in Amsterdam.

Aansprakelijk

De officier van justitie heeft de gemeente een strafbeschikking opgelegd omdat de gemeente erkend heeft aansprakelijk te zijn voor het ongeval aan de Veemkade. Verder heeft de gemeente de verkeersinrichting op de kade gewijzigd om  ongevallen te voorkomen.

Geen openbare zitting

Eerder had het OM al geconstateerd dat er voldoende bewijs is om de gemeente te vervolgen voor dood door schuld en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Het OM laat vrijdag weten de zaak niet voor de rechter te willen laten komen. In de eerste plaats omdat een openbare zitting zeer pijnlijk kan zijn voor slachtoffers en nabestaanden.

Abstractieniveau

Bovendien wordt de gemeente als rechtspersoon vervolgd en niet een specifiek persoon waardoor een openbare zitting een hoog abstractieniveau kan krijgen. Tot slot zou een rechter bij een eventuele veroordeling niet anders kunnen dan het opleggen van een geldboete. De nabestaanden van de overleden vrouw zijn door het OM op de hoogte gebracht van de strafbeschikking.

Stadsdeel nalatig

In de nacht van 11 en 12 mei 2013 botste een snorfiets met een man en vrouw tegen één van de paaltjes die op de kade stonden om te voorkomen dat er auto’s konden rijden. De inmiddels 41-jarige man en zijn vrouw van 32 jaar werden met ernstig hoofdletsel in het ziekenhuis opgenomen. De vrouw overleed twee weken later aan de gevolgen van het ongeval.  Volgens het OM heeft het voormalig stadsdeel Oost van de gemeente nagelaten de paaltjes duidelijk zichtbaar te maken en de kade goed te verlichten. Buurtbewoners hadden daarover meermalen bij de gemeente geklaagd.

Einde strafzaak

Een strafbeschikking is een daad van vervolging. Het OM kan zelfstandig een strafbeschikking opleggen bij overtredingen en misdrijven waar maximaal 6 jaar gevangenisstraf op staat en alleen als de schuld vaststaat. Door het opleggen en accepteren van de strafbeschikking komt er een einde aan de strafzaak.