Gemeente wil gereguleerde teelt na uitspraak rechter

Paul Depla, burgemeester van Heerlen, ziet nieuwe mogelijkheden om te starten met gereguleerde wietteelt na de uitspraak van een rechter, die telers wel schuldig achtte, maar geen straf oplegde. De telers hielden zich volgens de rechter aan alle principes van het gedoogbeleid: ze hielden zich niet bezig met criminaliteit en tapten geen stroom af.

Bovendien gaven de kwekers de inkomsten op bij de belastingdienst. Burgemeester Depla pleit al lange tijd voor gereguleerde teelt, maar kreeg de deksel op de neus bij minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. Hij voelt zich nu gesteund door de uitspraak van de rechter, en ziet nieuwe mogelijkheden om alsnog met gereguleerde teelt te starten, zei hij vrijdagavond in Nieuwsuur.

Heerlen in gesprek met bedrijven over wietteelt

‘Als je het [wiet kweken, CS] heel zorgvuldig doet, in alle openheid en eigenlijk alles volgens de regels doet, vervolmaak je het gedoogbeleid’, vindt Depla. Op dit moment is de verkoop en het gebruik van wiet onder voorwaarden toegestaan, maar mag het niet worden gekweekt. ‘De rechter zegt eigenlijk: overheid, jullie hebben een rommeltje van het gedoogbeleid gemaakt, ruim dat nu eens op.’

Depla is in overleg met bedrijven die een kwekerij willen beginnen. De definitieve plannen zullen nog dit jaar gepresenteerd worden; eerst moet worden bekeken of het kweken op een veilige manier kan, zonder dat criminelen zich er mee gaan bemoeien, en of het juridisch stand houdt.

Opstelten geeft geen krimp

Opstelten wees eerder al een lobby af van Depla en de burgemeesters van onder meer Utrecht en Eindhoven, waarin gereguleerde teelt werd voorgesteld. Dat plan wordt ondersteund door zo’n 50 gemeenten, maar Opstelten wil er niets van weten.

De uitspraak van de rechter verandert daar niets aan, heeft hij al laten weten. In de Tweede Kamer wees hij er al op dat het grootste deel van de wiet die in Nederland wordt gekweekt, naar het buitenland gaat en niet in coffeeshops wordt verkocht. Daarnaast moet nog worden afgewacht of het vonnis ook in hoger beroep overeind blijft.