Gepruts advocaat Van der Sloot
Door Wicher Wedzinga
Vanmiddag 16.00 uur doet de rechtbank in Peru uitspraak in de zaak tegen Joran van der Sloot. Die uitspraak zal weinig verrassend zijn. Een gevangenisstraf van om en nabij de 25 jaar en een boete van naar verwachting 50.000 euro. Zijn advocaat, José Jiménez Navarro, hoopt op 21 jaar. De praktijk in Peru is dat bij een volledige bekentenis of “sincere confession” zoals het daar wordt genoemd, ongeveer een zesde van de eis af gaat. ‘
‘Van die straf hoeft Joran als hij zich goed gedraagt naar verwachting slechts een derde uit te zitten. Al met al zal hij dus na een jaar of 10 de deur uitlopen. Nou ja, “uitlopen”?
Vermoedelijk zal hij linea recta naar het vliegveld worden gebracht waarna hem het volgende proces te wachten staat. De oplichting van de moeder van Natalee Holloway, die- hoezo toeval? – gisteren “juridisch doodverklaard” is. Joran troggelde haar geld af in ruil voor de belofte prijs te geven waar Natalee Holloway begraven lag.
Wat geen aandacht in de media heeft gekregen is de wel zeer knullige wijze waarop de advocaat van Joran hem heeft verdedigd. Dat hij en Joran kozen voor de strategie om een volledige bekentenis af te leggen, valt te begrijpen omdat strafvermindering in het verschiet ligt. In de praktijk trekken Peruaanse rechters dan meestal 1/6 van de eis af. Maar als advocaat had je van meneer Jiménez mogen verwachten dat hij ook dan in ieder geval alles uit de kast zou halen om een optimale strafvermindering voor zijn cliënt in de wacht te slepen.
Want persoonlijke omstandigheden kunnen die reductie met 1/6, die al min of meer standaard in mindering wordt gebracht, extrapoleren. Die kans heeft hij door gepruts laten liggen. Al direct na het begin van zijn pleidooi waarin hij een beroep deed op het posttraumatisch stresssyndroom dat Joran zou hebben opgelopen door alle commotie die ontstond na de verdwijning van Natalee Holloway, werd hem de mond gesnoerd door de “attorney of the defense”, de advocaat van de familie Flores. Op deze verwachte repliek bleef Jiménez vervolgens het antwoord schuldig. En daar ging zijn pleidooi. In de kiem gesmoord.
De Peruaanse advocaat Sandro Monteblanco, die juridisch commentaar geeft voor de Amerikaanse tv-zenders ABC en NBC , verwoordt het aldus: “While it is true that once an accused adheres to the Early Termination of their legal proceedings, their defense attorney is given a few minutes for closing arguments, it takes special skill to build into said arguments the relevant information that could yield his client a more benign sentence”. Joran’s advocaat is dus tekort geschoten, het geen ook onder Peruaanse juristen is opgevallen.
Jiménez is een, naar zeggen, betrekkelijk onervaren advocaat, die zich slecht op de zaak had geprepareerd. Misschien ook was hij onder de indruk van de “defense attorney”, die zijn voormalige leermeester is. Wat overigens wel een raar bijsmaakje geeft. In het Peruaanse strafrecht heeft het slachtoffer een andere rechtspositie dan in het Nederlandse strafprocesrecht. Zoals we hebben kunnen zien kan het slachtoffer zelfs invloed uitoefenen op de aanklacht. Het strafrecht in Peru is wat meer accusatoir en civielrechtelijk ingericht dan ons strafrecht, waar het Openbaar Ministerie de dienst uitmaakt. Maar dat betekent wel dat je als verdachte afhankelijk bent van de technisch-juridische kwaliteiten van je advocaat.
In een strafvorderlijk systeem als het Nederlandse krijgt de advocaat vaak te veel eer. Wanneer een verdachte wordt vrijgesproken, wordt dat in de regel toegeschreven aan de expertise van de advocaat, terwijl er in bijna alle zaken van uit mag worden gegaan dat ook zonder de bijstand van een advocaat vrijspraak zou zijn gevolgd. In Peru heeft de advocaat van de verdachte een kardinale rol na een volledige bekentenis, mits hij adequaat inspeelt op de argumenten die de advocaat van het slachtoffer bezigt om het strafmaatverweer te pareren. In dit geval verzaakte de advocaat van Joran op alle punten, waarna hij al na vijf minuten zijn biezen mocht pakken.
Gelet op de gelaatsuitdrukking van Joran had hij niet door hoezeer zijn advocaat hem heeft laten zakken. De vroegere leermeester gaf zijn voormalige student opnieuw een lesje. Dat deze daarop niet adequaat reageerde, geeft te denken. Of het veel zal uitmaken moeten we afwachten. Joran heeft dan weliswaar “spijt” betuigd, maar stond na afloop lachend te praten met zijn advocaat. Als rechter zou ik ook daar een bijsmaakje aan overhouden.’
Wicher Wedzinga is voormalig raadsheer en universitair hoofddocent, strafrechtanalist, columnist/schrijver/blogger, law consultant.