‘Getuige niet onder druk gezet’

Het team getuigenbescherming (TGB) heeft niet onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van de bedreigde getuigen Remko van Lent en Jessica van Boven, vorige week in de grote afperszaak tegen Donald G. en medeverdachten. Dat schrijft de rechter-commissaris van de rechtbank in Rotterdam. Vorige week stortte Van Boven tijdens een verhoor bij de rechtbank in. Ze zei dat ze was geïntimideerd en bedreigd door het TGB.

Dreiging

Terwijl ze woensdag moest getuigen gaf iemand van het TGB haar op maandagavond een brief, zei Van Boven. Zij vatte de inhoud daarvan op als een dreiging dat zij en haar ex-man uit de bescherming zouden worden gezet. Maar de rechter-commissaris schrijft nu dat dit niet het geval was: 'De brief (was) op een zakelijke en niet onvriendelijke toon opgesteld en daarin wordt aan de getuigen ook een handreiking gedaan er samen met TGB (in mijn woorden) “uit te komen”.'

Verplichting

De rechter-commissaris schrijft dat het niet de inhoud van de TGB-brief was die Van Boven parten speelde maar waarschijnlijk de gehele voorgeschiedenis, en het feit dat vorig week woensdag 'de laatste dag (was) dat Van Lent nog kon verschijnen om daarmee aan zijn (wettelijke) verplichting te voldoen.' De rechter-commissaris had van de rechtbank opdracht gekregen uit te zoeken of het TGB de getuige op onaanvaardbare wijze onder druk had gezet door verplichtingen niet na te komen. Dat vindt de rechter-commissaris dus niet. Dat is belangrijk van de kwestie raakt aan de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie dat getuigen niet mag beïnvloeden.

Niet verantwoordelijk

Officier van justitie Greetje Bos is het daarmee eens. Zij schrijft in een brief aan de rechtbank dat Van Lent en Van Boven de door het TGB aangedragen veiligheidsvoorwaarden en -voorzieningen niet hebben willen accepteren en volgen. Voor veiligheidsrisico's die daarvan het gevolg zijn kan in de ogen van Bos het TGB niet verantwoordelijk zijn.

Zie ook:

OM ondermijnde afperszaak zelf