Goldie-verdachte in hoger beroep vrijgesproken

Een verdachte van de overval op juwelier Goldies Deurne is in hoger beroep door het gerechtshof Den Bosch vrijgesproken. Zakaria G. was eerder wel veroordeeld door de rechtbank voor de overval op Op 28 maart 2014 tot 3 jaar gevangenisstraf.

Identiteit

Bij de overval kwamen twee overvaller om het leven door pistoolschoten van de juweliersvrouw. De identiteit van 1 van de 2 overvallers was onbekend, totdat de verdachte in deze zaak een aantal dagen na de overval naar de politie ging om te vertellen dat hij vermoedelijk wist wie het was. Hij had namelijk op televisie gezien dat er een overval gepleegd was in Deurne en van een vriend gehoord dat 1 van de omgekomen overvallers een bekende was. Omdat de verdachte deze overvaller een paar uur voor de overval samen met een andere bekende had gezien, heeft hij geconcludeerd dat dit de andere overleden overvaller moest zijn. Later werd de verdachte aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de overval. Hij heeft altijd ontkend dat hij iets van de overval af wist.

Aanwijzingen

Er zijn verschillende aanwijzingen voor de mogelijke betrokkenheid van de verdachte bij de overval. Zo is hij 2 weken voor de overval in de juwelierszaak geweest omdat hij, zoals hij zelf zegt, een horloge wilde kopen en een piercing wilde laten maken. 1 van de omgekomen daders woonde bij de verdachte in huis en via hem kende hij ook de andere omgekomen dader. Verder heeft de verdachte op de dag van de overval van een kennis een auto geleend om die op zijn beurt weer uit te lenen aan zijn huisgenoot, die later dus met de andere dader de juwelierszaak heeft overvallen. Tot slot heeft de verdachte, nadat de overval had plaatsgevonden, in de door hemzelf gebruikte auto de sleutelbos van die andere dader gevonden. Die sleutelbos heeft hij aan een vriend van die dader overhandigd.

Geen bewijs

Het hof is het met de rechtbank eens dat er aanwijzingen zijn voor eventuele betrokkenheid van de verdachte bij de overval. Hij heeft niet over alles openheid van zaken gegeven en deels ongeloofwaardige verklaringen afgelegd. Anders dan de rechtbank vindt het hof echter dat dit nog niet bewijst dat de man wist dat er een overval zou gaan plaatsvinden. Het is namelijk niet aantoonbaar dat de verklaringen gelogen zijn. De verklaringen zijn evenmin zó onaannemelijk dat het niet anders kan dan dat de verdachte van de overval heeft geweten. Het hof concludeert daarom dat er niet genoeg bewijs is om te kunnen vaststellen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan betrokkenheid bij de overval.

Eerdere berichten over de overval.