Half jaar cel voor uitbuiten vluchtelingen

De rechtbank in Amsterdam heeft vier broers van 41 tot 58 jaar veroordeeld voor mensenhandel. Ze krijgen 8 maanden cel, waarvan 2 voorwaardelijk. Ze lieten 6 vluchtelingen uit (voornamelijk) Syrië tegen een zeer laag loon lange dagen werken in hun wasserij in Zaandam en lieten hen slapen tussen het wasgoed.

Beloofd

In 2016 trof de politie de vluchtelingen in de wasserij aan. Zij werkten daar en hadden op houten stellingen tussen het wasgoed slaapplaatsen ingericht. De mannen vertelden dat hen salaris was beloofd door de vier verdachten, maar dat ze in de meeste gevallen niks hadden ontvangen. Ook moesten ze lange dagen werken, soms zelfs tot diep in de nacht.

Verantwoordelijk

De broers betoogden dat zij niets over de wasserij en de gang van zaken te zeggen hadden. Maar de rechtbank vindt dat overtuigend is aangetoond dat de vier broers de wasserij exploiteerden en gezamenlijk verantwoordelijk waren voor het personeel en de arbeidsomstandigheden.

De vluchtelingen waren volgens de rechtbank kwetsbaar omdat ze pas kort in Nederland waren. Zij waren grotendeels afkomstig uit Syrië, hadden niet eerder gewerkt en waren onbekend met de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook hadden zij dringend geld nodig, onder meer voor hun achtergebleven familie. De rechtbank vindt dat de vier broers misbruik hebben gemaakt van hun kwetsbare positie en hen hebben uitgebuit.

Vrijgesproken

Aan de vier was ook ten laste gelegd dat zij de loonadministratie hadden vervalst. Hiervan worden zij vrijgesproken omdat onvoldoende duidelijk is dat de vluchtelingen in dienst waren bij een van bedrijven die in de tenlastelegging worden genoemd. Mede hierdoor valt de straf lager uit dan de 24 maanden cel die de officier van justitie tegen de vier had geëist.

De rechtbank vindt dat uit het dossier wel een kwade reuk van belastingfraude en faillissementsfraude opstijgt, maar dit was de vier mannen niet ten laste gelegd.