Hersenen Las Vegas-killer onderzocht

Een Amerikaanse wetenschapper gaat de hersenen onderzoeken van Stephen Paddock, de man die in Las Vegas 58 mensen doodschoot. Dit gebeurt, omdat veel betrokkenen zich afvragen of een hersenaandoening de oorzaak voor de moordpartij kan zijn geweest.

Daad

In navolging van de autopsie van het lichaam van de Las Vegas-killer, zullen nu ook zijn hersenen worden onderzocht. Daartoe is besloten, omdat er na de schietpartij op 1 oktober veel is gespeculeerd over de motieven voor de massamoord. Omdat er geen aanwijzingen zijn voor een motief, vragen veel betrokkenen zich af of er Paddock soms een psychologische aandoening of hersenbeschadiging had, die hem tot zijn daad liet overgaan.

Brein in plakken

De patholoog van de gokstad in Nevada heeft de hersenen van de moordenaar inmiddels overgedragen aan professor Hannes Vogel van Stanford University. Dat schrijft de New York Times. Deze zal in de eerste plaats met het blote oog onderzoek doen naar mogelijke tumoren in de hersenen van Paddock. Daarna zal zijn brein in plakken worden gehakt, om daarna onder de microscoop verder te worden bekeken. Er is onder meer gesuggereerd dat de 64-jarige Paddock aan een kwaal zou lijden die het beoordelingsvermogen en gevoel voor empathie van ouderen aantast. Vogel zegt er wel bij dat het onmogelijk is om met dit type hersenonderzoek eventuele psychische aandoeningen te ontdekken of vast te stellen. Dr. Vogel acht de kans bij Paddock ook klein dat er een aanwijzing zal worden gevonden voor een geestesziekte of andere oorzaak in het brein: ‘De kans om dit soort gedrag via neuropathologisch onderzoek te kunnen verklaren is heel klein.’

Niet goed bewaard

In het verleden is er vaker onderzoek gedaan naar de hersenen van moordenaars. Bijvoorbeeld naar het brein van Charles Whitman, een student die in 1966 vanaf het dak van de universiteit in Austin 45 mensen neerschoot. Aan de achterkant van zijn hersenen zou een tumor gevonden zijn. Maar zoals vaker bij dit soort onderzoeken in het verleden, bleven de hersenen van de student niet goed genoeg bewaard om een second opinion uit te laten voeren, om die diagnose eventueel te kunnen bevestigen.