Het spreekrecht van slachtoffers ondermijnt het aanzien van de rechter in strafzaken (COLUMN)

Door de invoering van de rechten van het slachtoffer in het strafproces, is een weg ingeslagen die afbreuk doet aan de rechtspraak in strafzaken, vindt strafrechtadvocaat Jan Boone. ‘Het recht van de sterkste wordt de norm.’

Door Jan Boone

Rond het midden van de 19de eeuw hebben wij de schandpaal afgeschaft, omdat die werd geacht in strijd te zijn met de menselijke waardigheid. De verdachte die aan de schandpaal werd genageld was niet alleen onderwerp van spot en spugen, maar ook van slaan, schoppen en gooien met stenen. De verdachte werd voorafgaand aan een executie zelfs aan de schandpaal tentoongesteld, zodat de goegemeente hem nog eens flink kon mishandelen.

Door het invoeren van het spreekrecht voor slachtoffers hebben wij de schandpaal weer van stal gehaald en mogen slachtoffers naar hartenlust de verdachte verbaal molesteren. Opmerkelijk is dat de rechtspraak er destijds bij de strafmaat rekening mee hield als de verdachte aan de schandpaal had gestaan. Het slachtofferrecht is nu zo doorgeschoten dat de wetgever meent dat de verdachte tijdens het verbale geweld van het slachtoffer aanwezig moet zijn.

De rechter hoort te bepalen

Kennelijk is de beslissing van de rechter, door bij vonnis een vaak jarenlange gevangenisstraf op te leggen aan de verdachte, onvoldoende voor het slachtoffer als wraak voor het door de verdachte aangedane leed. Daarmee wordt ernstig afbreuk gedaan aan de voorheen gerespecteerde uitspraak van de rechter. Bijgestaan door advocaten formuleren de slachtoffers, die in de rechtszaal gebruik van maken van het spreekrecht, teksten die kennelijk bedoeld zijn om de rechter te beïnvloeden.

De Nederlandse rechter laat zich niet manipuleren, maar het valt niet uit te sluiten dat het spreekrecht de rechter niet onberoerd zal laten. Een advocaat, die zich in de media bij herhaling uitlaat over het belang van de slachtofferverklaring, haalde een zaak aan waarin het slachtoffer (lees: zijn advocaat) informatie had aangedragen die de rechter ertoe had gebracht de verdachte te veroordelen, terwijl zonder die informatie de verdachte waarschijnlijk vrijuit zou zijn gegaan, wegens beroep op noodweer.

Het lijkt alsof er geen weg terug is van de regeling waarbij slachtoffers spreekrecht hebben, dus rijst de vraag of de rechter deze tirades tegen de verdachte – nog vóór hij is veroordeeld – in de strafmaat moet betrekken door hem een lagere straf op te leggen. Daarmee laat de rechter blijken dat hij de baas is. Wij moeten zuinig zijn op een strafrechtsysteem waarin de rechter bepaalt wat de reactie is op een misdrijf, niet het slachtoffer met zijn advocaat.

Boerenprotesten

Als gevolg van de ondermijning van het gezag van de rechterlijke beslissing is in de samenleving het gevoel ontstaan dat met de beslissing van de rechter geen rekening hoeft te worden gehouden. Daardoor meent iedereen dat hij gelijk heeft, zodra hij denkt slachtoffer te zijn van welk onrecht dan ook.

Een sterk voorbeeld van dit denken zijn de demonstraties van de boeren, die menen dat zij ongelimiteerd mogen demonstreren. De boeren hadden geen moment het gevoel dat zij bezig waren met strafbare acties en dachten dus geen moment dat de rechter mogelijk tot veroordeling zou overgaan.

Aangezien gevreesd moet worden dat de slachtofferregeling niet meer is terug te draaien, moeten wij rekening houden met een situatie waarin het gezag van de rechterlijke uitspraak is gereduceerd tot een situatie waarin het recht van de sterkste de norm wordt. Met andere woorden, de norm zoals wij die kennen uit dictaturen.

Wetgeving die slachtoffers spreekrecht geeft, en de wijze waarop dit wordt uitgeoefend, ondermijnt het gezag van de rechter en doet derhalve afbreuk aan de rechtsstaat.

(Jan Boone, is strafadvocaat. Dit stuk verscheen eerder in Het Parool)