Hetze tegen Moszkowicz belachelijk

Door Wicher Wedzinga

‘Rechters moeten tegen een stootje kunnen’, zei minister Opstelten afgelopen vrijdag tijdens het debat “Tussen ivoren toren en stem des volks” over de positie van de Nederlandse rechter. In de ivoren toren is geen plaats voor de rechter vervolgde Opstelten om daaraan toe te voegen dat de rechter die toren al heeft verlaten. 

Ronkende woorden van een bewindsman die weinig kennis van het strafrecht heeft en die het evenals zijn al evenzeer door gebrek aan kennis gehinderde staatssecretaris “boer” Teeven vooral moet hebben van krachtdadige oneliners.

Kennelijk gelden die woorden niet voor rechter Marcel van Oosten en oud-rechter Tom Schalken. Want Moszkowicz moest zich woensdag verantwoorden voor het beledigen van die magistraten. De Amsterdamse rechtbank die na de zaak Wilders sowieso al de kift heeft op de mediagenieke advocaat, heeft in nauwe samenspraak met Ger Kemper, de Deken van de Orde van Advocaten, Moszkowicz op het matje geroepen.

In een interview in De Telegraaf werd Marcel van Oosten door Moszkowicz afgeschilderd als iemand die tijdens het proces-Wilders is veranderd in een ‘krampachtige, humorloze magistraat’, die ‘kennelijk van bovenaf volgestopt met opdrachten’ was. Gut, gut, gut. Wat erg toch! En het is naar mijn indruk nog waar ook!

En over die arme en onbeholpen Schalken die als getuige werd gehoord liet Moszkowicz zich ontvallen:  ‘Hij verweet me het schoothondje van Wilders te zijn. Toon uw lezers een foto van hem en laat ze de vraag beantwoorden wie hier nu de hond is.’ Die laatste opmerking is inderdaad smakeloos en gemakkelijk. Meer ook niet. Daar moet je boven staan.

Bij mijn weten hebben Van Oosten noch Schalken een klacht ingediend tegen Moszkowicz. De deken heeft het voortouw genomen en voelt zich daarbij krachtig gesteund door Carla Eradus, de president van de Amsterdamse rechtbank, die ik uit het verleden ken als iemand die toch bepaald niet kinderachtig is. Het optreden van Moszkowicz in het Wilders proces is de rechtbank evident in het verkeerde keelgat geschoten, vermoedelijk omdat de magistraten publiekelijk als onnozele stuntelaars te kijk stonden.

En de deken ziet zijn kans schoon om een wit voetje te halen bij de rechtbank en het zieltogende instrument van de tuchtrechtspraak nieuw leven in te blazen. Daarom werd een signaal afgegeven richting deken, iets wat in de praktijk niet of nauwelijks voorkomt.

Moszkowicz kwam woensdag wel opdagen. De behandeling van eerdere, serieuze aantijgingen liet hij aan zich voorbij gaan. Dat kan ik mij voorstellen. Moszkowicz weet dat hij hier garen bij kan spinnen. Een ieder weldenkend mens zal de beschuldigingen overdreven en bespottelijk vinden. Dat doet het goed bij de media. De klacht die vandaag tegen Moszkowicz is behandeld keert zich als een boemerang tegen de deken en de Amsterdamse rechtbank. Misschien wel tegen de rechtspraak in het algemeen.

Maar ja, zoals Opstelten in zijn onmetelijke wijsheid al voorzag: de rechter moet tegen een stootje kunnen’.

Wicher Wedzinga is voormalig raadsheer en universitair hoofddocent, strafrechtanalist, columnist/schrijver/blogger, law consultant.