Schieten om zelfmoord te voorkomen

Door Jan Boone.

Te veel Rechters in Nederland lijken bij hun beslissingen uit te gaan van het doel dat bereikt moet worden. Dat kan zijn een veroordeling, dan wel een beslissing die maatschappelijk gewenst wordt, instanties beschermen of een veroordeling zonder dat daar voldoende bewijs voor is, maar waarbij de Rechter op voorhand overtuigd is van schuld.

Er zijn voorbeelden te over van.

Als de Rechter weet of kan weten dat een rapport van de Kinderbescherming, Jeugdzorg of een andere instantie niet deugt en de Rechter meent dat uithuisplaatsing nodig is, dan wordt zo’n rapport gebruikt. Ook al staan daar de grootste leugens in.

Als een getuige verklaart dat in de auto waaruit is geschoten één persoon zat, kunnen daar volgens Rechters toch twee personen worden veroordeeld door eenvoudig die verklaring buiten beschouwing te laten.

Zo kent elke advocaat talloze voorbeelden uit de praktijk, waarbij de Rechter tot zijn beslissing komt op dubieuze grond, vaak door te stellen dat iets al dan niet aannemelijk is en daarmee wat hij aannemelijk vindt tot feit verheft om te kunnen veroordelen.

Het laatste voorbeeld van die doelredeneringen van Rechters, heb ik onder ogen gekregen in de zaak van de schietende politieman uit Friesland.

In die zaak had ik namens cliënt aangifte gedaan tegen een politieman, wegens poging tot moord door drie keer op hem te schieten, in strijd met de Ambtsinstructie. Het O.M. was het voor één schot met mij eens dat de agent daarvoor moest worden vervolgd.

Het Gerechtshof was kennelijk op voorhand van oordeel dat de politieman vrijuit diende te gaan. Het Gerechtshof redeneerde ook, dat één schot niet binnen de geweldsinstructie past. Je zou dan denken dat vervolging zal plaatsvinden. Echter, in plaats van te menen dat hier sprake was van poging tot moord, redeneerde het Gerechtshof dat de politieman op de verdachte schoot ter bescherming van het leven van de verdachte.

Ja, u leest het goed, hij schoot ter bescherming van zijn leven. Immers, zo redeneert het Hof, aangezien de man op dat moment zelfmoord wilde plegen, moest de politieman wel op hem schieten om te voorkomen dat hij zelfmoord zou plegen. Je kunt eerder spreken van hulp bij zelfmoord, dan voorkoming van zelfmoord. Het Gerechtshof ziet dat anders.

Het Gerechtshof lijkt op voorhand niet te willen komen tot vervolging van de agent, omdat dat maatschappelijk zeer grote onrust zou veroorzaken gezien de vele schietincidenten door de politie die op dit moment in Nederland aan de orde zijn en vervolging van deze politieman grote consequenties zou kunnen hebben voor de andere schietende politiemensen. Ik waag dit te beweren omdat de redenering zo absurd is, dat het Hof kennelijk geen andere uitweg wist om vervolging van de agent te voorkomen.

Om de beslissing te kunnen onderbouwen, moest een flink aantal feiten worden verdraaid. Het Gerechtshof wist heel goed dat de politieman de verdachte helemaal niet had gesommeerd tot wat dan ook of had geroepen dat hij was aangehouden. Toch zegt het Hof dat de verdachte niet reageerde op sommaties van de politie om te blijven staan.

 Het Gerechtshof wist heel goed dat de politieman de deuren van de school had laten sluiten. Het Gerechtshof zegt dat de politieman niet zeker wist of alle schooldeuren waren gesloten. Het Gerechtshof wist heel goed dat verdachte door dit schot een litteken op zijn arm heeft van zijn pols tot boven zijn elleboog, doch verklaart doodleuk dat de politieman de verdachte in zijn hand schoot. Daarmee suggererend dat de politieman niet in de richting van het lichaam van de verdachte schoot.

Het Gerechtshof weet dat in de Ambtsinstructie helemaal niet staat dat een politie-agent mag schieten ter bescherming van het leven van een verdachte. Betekent dit nu dat de schietinstructie volgens het Hof schieten op burgers toelaat als de politie denkt dat iemand zelfmoord wil plegen?

Het lijkt erop.

Jan Boone is strafadvocaat te Wijk bij Duurstede.