Ik deed werkstraf maar ik ben geen dief (COLUMN)

Hallo. Ik wil even toelichten over wat ik laatst meemaakte bij mijn werkstraf in een bejaardencentrum te Oss. Ik was veroordeeld tot 120 uur werkstraf omdat bij mij thuis 35 wietplanten gevonden waren. Die had mijn zoon gekweekt.

Ik accepteerde wat de rechter me als straf oplegde en begon rond september via de Reclassering bij het bejaardencentrum met afwassen in de keuken. Ik heb een autobedrijf en kon daarom alleen de zondagen werken, wat uiteraard bij een bejaardencentrum goed uitkomt, want wie wil er nou graag op zondag werken?

Tot op de laatste dag heb ik hard gewerkt aan mijn taakstraf en ik was aardig en respectvol voor een ieder die daar werkte of aanwezig was. Vaak met de pauze communiceerden we over elkaars leven en ideeën. Je krijgt als personeel een soort band met elkaar. Elke week vroegen ze aan mij van heb je nog autos verkocht? Of hoe gaat het met je kinderen, enzovoort. Ik was daarom ook vaak geinteresseerd in wat er bij hun speelde, dat ik ook aandacht terug gaf.

De laatste uren kwamen na veertien zondagen ten einde en het liep bijna tegen de kerst en er was ook een kerstbraderie geregeld binnen in het bejaardenhuis waar wat spulletjes verkocht werden. Ik nam zelf afscheid en gaf iedereen van het personeel een stevige handruk en ik was blij dat ik klaar was met mijn taakstraf. Dat zal rond 19.00 zijn geweest.

En nu komt het.

De volgende dag schrok me dood. Ik werd gebeld door de politie of ik me 0m 15.00 melden kon? Ze waren al bij mij thuis geweest, en omdat er niemand was zijn ze naar het huis van mijn invalide vader van 78 geweest. Met twee politiemannen en een politieauto stonden ze daar te bellen naar mij, want ik moest en zou naar het politiebureau in Oss komen om 15.00. Dus ik met een rotgang van Tilburg (van mijn autobedrijf) emotioneel overstuur naar Oss. Eenmaal aangekomen vroegen de heren agenten of ik naderhand nog terug geweest was bij het bejaardenhuis. Er was iets gestolen waarvan ik schijnbaar van verdacht was.

Ik vind het schandalig. Ik vind het respectloos. Het was gewoon nattevingerwerk. Wijzen naar mij omdat ik werkgestrafte was. Het was ook omdat ik gewoon gevraagd zou hebben: is er nog wat snoepgoed verkocht vandaag op de braderie? Of wat oude kleren. Het was een beleefde vraag omdat iedereen ook dit aan mij vroeg elke week: heb je nog wat autos verkocht? Ik ben onschuldig en ik wil excuus.

Ik vind het ook eng. Er zal eens iemand vermoord worden daar of verkracht zijn. Dan zat ik nu lekker onschuldig in mijn celletje. Ik ben woest en tot op het bot gekwetst. Iemand beschuldigingen is ook iemand kwetsen als diegene helemaal onschuldig is en netjes zijn werkstraf heeft afgemaakt. Ik wil dit uitgezocht hebben tot op de bodem. Ik ben daar nog geweest. Ze wilden me niet zeggen wat er was. Keken ze me zo schuin aan. Ik heb verder nooit meer iets van die diefstal gehoord.

Ik heb misschien in de toekomst wel familie in dat bejaardencentrum wonen. Als ik daar op bezoek zou zijn wil ik iedereen in de ogen kunnen kijken. Ik heb mijn best gedaan in mijn 120 uur en dan krijg ik dit als dank?

Ik heb zes keer gebeld met Kees bij de Reclassering. Ook die komt niet op voor me. Hij zegt dit is buiten mij om, ik kan niets voor je doen. Je moet bij de politie zijn.

Karaktermoord, zo voel ik het. Ik vind het echt belachelijk. Daarom kom ik op voor me zelf. Ik wil ook opkomen voor de werkgestraften. En ik wil iedereen waarschuwen die werkstraf gaat doen daar.

Met vriendelijke groet,

Jan

(achternaam bij de redactie bekend)