‘Diensten plegen aanslagen op de rechtsstaat’

In december 2014 bleek dat advocaten van het Amsterdamse advocatenkantoor Prakken d’Oliveira door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) werden afgeluisterd. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken heeft na een klacht daarover van de betrokken advocaten erkend dat de AIVD over de schreef is gegaan. 

Door Sébas Diekstra

Met die erkenning is er overigens niets veranderd en gaat het afluisteren vrolijk verder. Het grote probleem is dat inlichtingendiensten zelf bepalen wanneer zij ‘bijzondere bevoegdheden’ inzetten tegen advocaten. Daar komt geen onafhankelijke rechter aan te pas. Dit terwijl het recht op een vrij verkeer tussen advocaat en cliënt cruciaal is voor de rechtsstaat. Want hoe kan iemand zich effectief verdedigen tegen het soms verregaande ingrijpen van de overheid, terwijl diezelfde overheid tegelijkertijd meeluistert?

Persoonlijke levenssfeer

Het recht op vrij verkeer met een advocaat is een uitwerking van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zoals verankerd in de Nederlandse grondwet en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Vernietigd

Binnen het Nederlands strafrecht is het inmiddels zo dat er een systeem van nummerherkenning is ingevoerd dat moet voorkomen dat vertrouwelijke gesprekken tussen advocaat en cliënt kunnen worden meegeluisterd door de politie. Als een afgeluisterde verdachte met het geregistreerde telefoonnummer van een advocaat belt, dan slaat de tap af. Mocht er onverhoopt toch een gesprek worden opgenomen met een advocaat, dan dient dit bestand direct vernietigd te worden.

Toelaatbaar?

Maar alle inlichtingendiensten hebben vrij spel. Dat dit het geval is blijkt ook uit de wijze waarop de militaire evenknie van de AIVD, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), opereert.

Vorig jaar heb ik minister Hennis van Defensie per brief verzocht om toe te lichten in welke gevallen zij het afluisteren van advocaten door de MIVD toelaatbaar acht. De aanleiding voor dit verzoek was onder andere een zaak van een cliënt, een oud-militair, waarin was gebleken dat de MIVD hem als ‘target’ had aangemerkt en ‘bijzondere bevoegdheden’ tegen hem had ingezet.

Klokkenluider

Mijn cliënt in die zaak was niet iemand die een aanslag wilde plegen, maar eerder een klokkenluider omdat hij in de media een misstand bij Defensie aan de kaak stelde. Iemand die zich dus moet kunnen verweren tegen een overheid, die haar eigen belangen heeft. Dat mijn cliënt niet gevaarlijk was werd nog eens bevestigd toen uit een klachtenprocedure bleek dat de MIVD middelen had gebruikt die niet in verhouding stonden tot de aanleiding voor het onderzoek naar hem. Op de vraag of hij was afgeluisterd en hoelang, kwam geen antwoord.

Wat blijft er over?

De schriftelijke reactie van de minister op mijn brief is helder. Advocaten mogen gewoon afgeluisterd worden als dat nodig is om zicht te krijgen op een ’target’ van de MIVD.

Inmiddels is de brief van Hennis in de Tweede Kamer besproken en heeft de minister laten weten het niet nodig te vinden dat de rechter toetst voordat er wordt overgegaan tot het afluisteren van een advocaat. Wat blijft er dan nog over van het verkeer tussen cliënt en advocaat zonder overheidsbemoeienis?

Wordt vervolgd.

Sébas Diekstra is strafadvocaat.