‘Inspecteur worden? Vergeet het maar’

De NOS publiceert zaterdag een niet helemaal optimistisch stemmend verhaal over de positie van minderheden binnen de politie. Deze week sprak hoofdcommissaris van Amsterdam de ambitie uit dat de helft van de dienders in de hoofdstad van niet-autochtone komaf moet zijn.

De helft

In grote steden als Amsterdam maar ook in veel kleinere steden is soms bijna de helft of soms meer dan de helft van de bevolking van oorspronkelijke niet-Nederlandse afkomst, en daarom is het in de ogen van de Nationale Politie noodzakelijk dat ook de politie minder “wit” wordt. De NOS sprak (maar) met drie politiemensen, op basis van anonimiteit, die vertellen over de problemen die mensen van (bijvoorbeeld) Marokkaanse komaf ondervinden binnen het korps.

Uniformbroeken

‘Dus jij wil inspecteur worden? Nou, dat gaat ‘m niet worden’, zo een leidinggevende in het eerste gesprek tegen een Marokkaanse agente. Ze moest eerst ’tien uniformbroeken verslijten’, om enige kans te maken op flinke promotie. Niettemin lukt het de vrouw wel, binnen een jaar. Ze heeft het gevoel zich voor 200% te moeten bewijzen.

De NOS sprak ook een agent van Marokkaanse afkomst die juist zegt altijd gewoon beoordeeld te zijn op zijn kwaliteiten. Hij wilde overigens juist geen promotie maken omdat hij het werk op straat leuk vindt.

Cultuur

Een leidinggevende bij de politie die van Marokkaanse afkomst is zei tegen de NOS: ‘Ik voorspel dat als we elkaar over tien jaar weer spreken, er niets is veranderd. Die mensen komen alleen in de politietop als ze ‘gewit’ zijn.’ Deze man pleit voor coachingstrajecten voor minderheden en is tegen ‘extra plekken’ voor mensen uit minderheden omdat die zullen worden gezien als ‘allochtonenplekken’ die ‘averechts werken’. Hij vindt dat de politiecultuur als zodanig niet deugt en dat daarom mensen van allochtone afkomst niet goed kunnen doorstromen.

Meer bij de NOS.