Italiaanse maffiabaas Filippo Cerfeda werd spijtoptant
Het is bijna ochtend in de kille nacht van 22 februari 2002. Op de A12, dicht bij Utrecht, scheurt een Fiat Punto door de regenflarden. Binnenin de Fiat hangt de geur van bloed. Aan de rechterkant zijn de stoelen en de bekleding besmeurd met stukjes bot en hersenen. De Fiat snelt in de richting van Amsterdam. In de natte berm langs de zuidbaan van de A12 bij Woerden blijven de lichamen van twee Brazilianen dampend achter in de regen.
In de Fiat Punto gaat een mobiele telefoon: ‘In orde? Is de jongen geboren, is hij geboren?’. Filippo Cerfeda informeert vanuit een Amsterdams bordeel. ‘Hij is geboren, we komen terug’, antwoordt één van de twee mannen in de Fiat. Aan het stuur van de Punto zit een ‘bloedexpert’, Palazzo, de karakterisering is van Cerfeda. Wie de drie kogels heeft afgeschoten – Cerfeda zou zeggen: ‘wie de handeling heeft uitgevoerd’ – is onzeker. Veel later bekent Filippo Cerfeda het beramen van deze moorden, die het geplande uitvloeisel waren van een cocaïne-ripdeal van 20 kilo.