Gangster uit overtuiging

Mink Kok zegt in een interview met Koen Voskuil in het papieren Algemeen Dagblad van zaterdag een gangster uit overtuiging te zijn. Een paar weken geleden had Voskuil nog een gesprek met Kok in Nederland. Onwetend van zijn aanstaande arrestatie zei Kok: ‘Ik zie er niet tegenop om vast te zitten.’ Hij sprak onder meer over de liquidaties die plaatsvonden toen hij tussen 1999 en 2007 gevangen zat. Tijdens zijn gevangenisstraf werden collega’s als Jan Femer en George Plieger, Cor van Hout, Willem Endstra en de omstreden advocaat Evert Hingst doodgeschoten.

‘Het was een chaos. Ik denk dat er geen lijn meer in zat, mensen namen onderling niks meer van elkaar aan. Ik zeg altijd: als je een zakelijk conflict hebt, kun je dat zakelijk oplossen. Maar zodra ergens besloten wordt iemand op zijn rug te leggen, is dat onherroepelijk. De geweldsspiraal is ingezet. Ik ben niet absoluut tegen geweld, maar zal het te allen tijde proberen te vermijden. Overigens is er ook onrust in het circuit ontstaan nadat de politie links en rechts mensen is gaan waarschuwen dat ze op een dodenlijst staan.’

,’Ieder gaat er op zijn eigen manier mee om, als ze horen dat ze op zo’n lijst staan. Sommige mensen kunnen onder invloed van drank of drugs, of door hun karakter, minder goed met die druk omgaan. Het kan je leven gaan beheersen. Als je een week of twee wakker ligt, is dat niet goed voor je functioneren. Dan wil je daar uit, moet het opgelost worden. En gaan ze over tot actie: vechten of vluchten. Aan de andere kant hebben de lijsten misschien ook moorden voorkomen.’

Hij zegt geen kaarsje voor zijn voormalige vrienden op te steken: ‘Ze hebben allemaal het lot in eigen hand genomen. En sommigen zijn met het zwaard in de hand gesneuveld. Met iedereen heb je natuurlijk wat, je bouwt een band op als je elkaar lang kent. Met Jan had ik wat bijvoorbeeld. Met Stanley had ik wat. Maar het waren natuurlijk volwassen kerels, mensen die eigen keuzes konden maken in het leven.’

Beroepsrisico dus? ‘Zeer zeker beroepsrisico. Ik weet dat Stanley nog gezegd heeft: ‘Ik haal mijn pensioen niet.’ Als je zo’n opmerking maakt, weet je daar zelf denk ik wel de reden van. Ik hoorde het drie of vier maanden voor zijn dood. Hij zou dit jaar 65 worden.

Desondanks kijkt Kok op straat niet voortdurend achterom of er mensen met een wapen op hem afkomen. Dat is niet te doen, zegt hij. ,,Ik probeer het te voorkomen door altijd correct en netjes te blijven, niet in conflictsituaties of een ruzieachtige sfeer terecht te komen. Ik drink niet, ik gebruik geen drugs, dus ik heb geen last van een wisselende gemoedstoestand zoals Klaas Bruinsma op het eind van zijn leven had. Ik heb het ook gezien bij Cor van Hout. Cor en Klaas waren heel aardige jongens als ze nuchter waren, maar de grootste plagen als ze wat gedronken hadden. Heel adrem en ze hadden de neiging een beetje denigrerend te doen. Dan verlies je je draagvlak, kunnen mensen een hekel aan je krijgen. Als er dan ook wat andere zaken bij spelen, is de beslissing net wat makkelijker. Ik heb het nog tegen Cor gezegd: stop nou met drinken, want ze schieten je gewoon dood.”

‘Ik ben een… gangster uit overtuiging. Ik ben nu vijftig, dus dan mag je jezelf wel gangster noemen toch? Ik las laatst een criminologisch rapport over Europese georganiseerde criminaliteit. Daar beschreven ze een type, dat ze de battle hardened criminal noemden. Ik heb vastgezeten, een hoop gezien en meegemaakt natuurlijk. Aan alle kanten herkende ik mij in die definitie. Ik heb ervoor gekozen mijn eigen invulling aan het leven te geven. Als je helemaal conform de wet gaat leven, word je namelijk niet gelukkig. De wet wordt gemaakt door mensen die de macht hebben en is bedoeld om hun belangen veilig te stellen. Dus als je zelf niet deel uitmaakt van die macht, brengt dat per definitie een conflict met zich mee.’