Jack Monsieur: groot maar onbekend

Alleen de echte kenners kennen de treurige Belg op de foto hiernaast. Hij is één van de mensen in de wereld die echt goed zicht op de moderne wereldgeschiedenis hebben gehad. Zijn transacties deden oorlogen kantelen. In de periode 1980-2000 was hij dé man in de mondiale – clandestiene –  wapenhandel. De Belgische onderzoeksjournalist Willy Van Damme heeft een biografie over hem geschreven. Voor Van Damme lijdt het geen twijfel dat Monsieur handelde in samenspraak, onder toezicht en soms op bevel van Westerse inlichtingendiensten.

Jacques Monsieur kwam uit een steenrijke familie en had geen directe reden om zich in de gevaarlijke wereld van internationale wapensmokkel te storten. Hij studeerde af als meester in de rechten maar het kapitaal dat hem via erfenissen in de schoot geworpen kreeg besteedde hij niet om te rentenieren of in een bovengrondse carrière.

Hij zette er zaakjes mee op. Eigen zaakjes, waarbij hij bewust bochten nam die niet in overeenstemming waren met de wet. Hij is discreet en welgemanierd en gedraagt zich arrogant, ambitieus en vooral achterdochtig.

Familierelaties bezorgden hem connecties met duistere Belgen als oud-premier Paul Vanden Boeynants. Zijn doorbraak kwam toen in dienst trad bij de Amerikaanse wapenproducent CIC International en goede contacten kreeg met bepaalde kringen binnen de Amerikaanse overheid.

Hij deed textielzaken met textielbank Geoffrey’s Bank, die later alleen wapenhandel bleek te financieren, onder meer naar Somalië en de Oegandese dictator Idi Amin.

Waarschijnlijk was Monsieur in dienst van de Belgische militaire inlichtingendienst ADIV. Hij was in Brussel groot in de internationale textielhandel. Succesvol zakenman, maar lees voor textiel bij Monsieur altijd ook wapens. Joodse internationale handelskringen.

Toen brak de oorlog tussen Iran en Irak uit in 1980.

De Joodse aandacht voor Monsieur werd steeds groter. De Mossad stimuleerde Monsieur van harte bij zijn leveranties aan de ayatollah’s in Iran.

Hij was een schakel in de Iran-Contra-Affaire, waarbij de CIA wapens leverde aan guerilla’s in Nicaragua en en passant cocaïne naar California en Florida.

Toen brak in 1991 de oorlog in Joegoslavië uit.

De Kroaten en de Bosniërs zaten met het VN-wapemembargo, terwijl de Serviërs nog ruim in de voorraden van het Joegoslavische leger zaten. Bij het  Kroatische leger zaten vechtjassen die hadden gediend bij het Franse Vreemdelingenlegioen zoals de generaals Ante Gotovina en Ante Roso. Een geheime afdeling van het ministerie van Defensie verzorgde voor Kroatië de aanschaf van de broodnodige wapens.

Een Amsterdamse Belg met een Kroatisch paspoort – ook ex-legionnair – deed de contacten met onder meer Monsieur (daarover binnenkort meer op Crimesite).

Intussen breken de grote oorlogen in Afrika uit: eerst in Congo later in landen als Liberia. Opnieuw is Monsieur, ditmaal vooral voor de Franse en Belgische inlichtingdiensten de Main Man.

Maar de neergang van Monsieur is begonnen. In 1999 schrijft de Vlaamse journalist Walter de Bock en portret van hem. De opheffing van zijn anonimiteit is zijn val. De ambtenaren bij de inlichtingendiensten krijgen last van hem, doordat hij bekend wordt. Er worden steeds lastiger vragen gesteld door politici.

De politie begint onderzoeken tegen hem. Hij wordt zelfs aangehouden en berecht. De celstraffen zijn vooralsnog symbolisch.

Maar de zaak gaat glijden, steeds meer powerbrokers in de inlichtingenwereld trekken hun handen van hem af. Waar hij ook heen vliegt wordt hij aangehouden. Dieptepunt is een sting van een Amerikaanse undercover die hem uitlokt om motoren voor gevechtsvliegtuigen aan Iran te verkopen.

Iran, nota bene het land waar hij zich twee maal rijk mee handelde.

Monsieur heeft eens gezegd dat hij in Iran moest spioneren om de nucleaire ontwikkelingen bij te houden. Maar daar weten de Amerikanen niets meer van.  Ze schudden hem leeg. Hij moet alles vertellen wat hij weet, en dan nog wordt het jaren tuchten. Maar hij mag wel zijn straf uitzitten in België.

Nu komt hij vrij: op 28 april.

Volgens Van Damme toont de carrière van Monsieur de ongelofelijke greep van de inllichtingendiensten op de loop van de wereldgeschiedenis. Als ‘bangerds’ lopen de politici om de diensten heen. Democratische controle is ver te zoeken of absent. Van Damme sprak met veel (Belgische) regeringsleiders en ministers.

Van Damme: ‘Het toont ook het immorele en criminele karakter van die inlichtingendiensten, voor wie het opofferen van desnoods honderdduizenden mensen geen enkel probleem is.’