Je was erbij, je bent erbij? (COLUMN)

Wie je ook spreekt, de rechtspraak staat nog altijd flink onder druk. Veel strafzaken blijven te lang op de plank liggen. Hierdoor stijgt de werkdruk voor rechters om rechtszaken snel af te ronden, zodat de achterstand in zaken kan worden weggewerkt.

Door Jillis Roelse

Maar in het strafrecht werkt snelheid juist niet goed. De kans op fouten bij rechters, op verkeerde beslissingen, neemt dan namelijk toe.

De wijze waarop ons strafrecht werkt, helpt hierbij niet mee. In het Nederlandse strafproces wordt namelijk veel met papier gewerkt. De politie schrijft op wat zij allemaal hebben onderzocht, de officier van justitie levert dit dossier vervolgens bij de rechter in. Op de zitting leest de rechter dan voor wat de politie allemaal heeft opgeschreven en vraagt de verdachte en de advocaat (‘de verdediging’) hierop te reageren. Daarna neemt de rechter, op basis van dat dossier, een beslissing.

In andere landen zoals Engeland en Duitsland werkt het systeem anders: daar moet ál het bewijs persoonlijk voor de rechter worden gepresenteerd. Getuigen moeten bijvoorbeeld voor de rechter verschijnen, zodat de rechter deze getuigen zelf kan zien en op de zitting vragen kan stellen.

Het nadeel van de Nederlandse papieren werkwijze is dat de verdachte per definitie al op achterstand staat. Het verhaal van de politie is namelijk vaak, niet zo neutraal geschreven. De politie heeft een verdachte op het oog en schrijft in het dossier op, waar de verdenking op is gebaseerd en welk bewijsmateriaal is gevonden. Twijfel, belangrijke onderzoeksvragen of ontlastend bewijs dat kan wijzen op de onschuld van een verdachte, schrijft de politie niet zo snel op. Daarmee is de balans in het strafdossier vaak behoorlijk zoek en staat de verdachte al vanaf het begin van het proces met 1-0 achter.

Wanneer de zittingsrechter dan ook nog moet opschieten met het proces vanwege alle werkachterstanden, liggen fouten op de loer. Een verklaring van een verdachte op zitting dat hij of zij het niet gedaan heeft en onschuldig is, wordt vaak te snel terzijde geschoven. Het bewijs staat toch in het dossier? De politie schrijft toch niet allemaal onzin op?

Je ziet in uitspraken van rechters vaak terug waar het fout gaat in alle snelheid. Een overweging als ‘het kan tegen deze omstandigheden niet anders zijn, dan dat de verdachte het feit heeft begaan’ wijst vaak op een gat in het bewijs. En een zin als ‘de herkenning van de verdachte door de verbalisanten is op hun ambtseed opgemaakt’ betekent geregeld dat de rechter teveel vastzit aan het politie dossier en te weinig oog heeft voor een ander scenario.

In strafzaken is zorgvuldigheid veel belangrijker. Liever iets langzamer en zorgvuldiger, dan te snel en te slordig. Dat levert namelijk véél betere beslissingen van de rechters op.

Een fraai voorbeeld hiervan is te vinden in een recente uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch, waarbij mijn cliënt na een lang proces alsnog werd vrijgesproken. Hij was door de politie gearresteerd bij een inval in een loods in Limburg, waarbij de politie een ‘groot en werkend drugslaboratorium’ had aangetroffen. De rechtbank in Maastricht toonde weinig interesse in het verhaal van de verdachte, die van meet af aan had ontkend iets met het drugslaboratorium te maken te hebben gehad. Hij was toch immers gearresteerd in de loods, dat had de politie toch opgeschreven? De rechtbank veroordeelde hem op basis van het politie dossier tot een flinke gevangenisstraf.

Maar in het hoger beroep waren de rechters van het gerechtshof in Den Bosch wél kritisch. In een lange zitting namen de rechters uitgebreid de tijd om mijn cliënt scherp maar ook heel zorgvuldig, naar zijn kant van het verhaal te vragen. Daarbij namen de rechters als uitgangspunt dat een verdachte voor onschuldig moet worden gehouden, tenzij het Openbaar Ministerie erin slaagt het tegendeel te bewijzen. En dit laatste was niet gelukt, ook al was mijn cliënt in de loods gearresteerd waar de politie het drugslaboratorium had gevonden. Het hof sprak hem daarom alsnog helemaal vrij.

De vrijspraak van het gerechtshof laat zien, hoe belangrijk het is om de tijd te nemen in strafzaken. Het lijkt misschien een cliché, maar haastige spoed is in het strafrecht echt zelden goed.

Jillis Roelse is strafrechtadvocaat