‘Justitie zoekt 25.200 mensen om dna-afname’

Mensen die zijn veroordeeld voor een zwaarder delict staan lang niet altijd dna af voor de opname in de Nederlandse dna-databank. Dat is wel verplicht. Op dit moment is het Openbaar Ministerie op zoek naar 25.200 delinquenten die nog altijd hun dna moeten afstaan. Dat blijkt uit van die EenVandaag.

Gerard T.

Iedereen die wordt veroordeeld voor een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan moet sinds 2005 verplicht dna afstaan. Dat zijn delicten waarvoor – in principe – een celstraf van 4 jaar of meer kán worden opgelegd. Ook minderjarigen moeten dna afstaan.

Het dna wordt opgeslagen in een databank om misdrijven te helpen oplossen, met name die door daders die vaker misdrijven plegen. Regelmatig worden oudere misdrijven daardoor opgelost, zoals die van de Utrechtse serieverkrachter Gerard T.. Hij moest zijn dna afstaan na een fietsendiefstal.

Ontduiken

Veel veroordeelden ontkomen aan dna-afname doordat hun zaak lang sleept en ze op vrije voeten blijven na een voorlopige hechtenis, en hun straf lager is of gelijk is aan die voorlopige hechtenis. Als het vonnis is uitgesproken geven ze geen gevolg aan een oproep voor dna-afname. Justitie of politie beschikken vaak niet meer over hun actuele woonadres.

Jaarlijks zouden 2.700 veroordeelden de dna-afname ontduiken.

Eerder afnemen

Een oplossing zou kunnen zijn om eerder dna af te nemen en dat dna pas na veroordeling door de rechter in de databank op te nemen. Bij vrijspraak wordt het dna dan vernietigd. Daarover moet de politiek een besluit nemen.

Bij D66 bestaan hiertegen principiële bezwaren in verband met de privacy en uit zorg over de garantie op de vernietiging. Het zou in ieder geval pas mogen na de inbewaringstelling door de rechter en niet al bij in verzekeringstelling door politie.

Advocaat Tjalling van der Goot ziet het gevaar van een hellend vlak. Justitie zou kunnen voorstellen eerder voorlopige hechtenis toe te gaan staan. Van der Goot vindt dan een harde grens noodzakelijk.