Kaatee, Kafka en de Catch 22

Nieuwe Revu portretteert de strijd van gokhal-eigenaar Marcel Kaatee (52) tegen het Bibob-spook. Of liever het besluit van de gemeente om een exploitatievergunning te weigeren voor zijn bedrijf in de Amsterdamse Molensteeg op de Wallen. Nadat hij volledig was vrijgesproken van deelname aan de criminele organisatie van Willem Holleeder, leek er voor een vergunning van de gemeente voor Kaatee geen probleem meer te zijn. Totdat vorig jaar Jan-Dirk Paarlberg werd veroordeeld door de rechtbank voor witwassen van afpersingsgeld van Willem Holleeder. Nu is Kaatee toch weer een crimineel gevaar, voor de gemeente.

En daarom blokkeert de gemeente een vergunning voor zijn bedrijf.

Wim Endstra verkocht het gokautomatenbedrijf aan Kaatee en verschafte hem een hypotheek van 4 miljoen euro. Paarlberg nam die hypotheek over van Endstra. En omdat Paarlberg als de witwasser van Holleeder wordt gezien krijgt Kaatee geen vergunning.

Kaatee moet dus in beroep.

‘Ik zit die hele strafzaak als het ware gewoon opnieuw te doen’, zegt Kaatee tegen Revu.

Maar bovendien zit Kaatee in een catch 22-situatie: ‘Ik heb een schuld aan meneer Paarlberg. Die verdwijnt niet als de zaak gesloten wordt. En aflossen mag ik niet, want er ligt beslag op de hypotheek. Wat kan ik doen?’

Kern van de zaak is dat Kaatee is vrijgesproken door de strafrechter maar op grond van vermoedens zal hij misschien bij de bestuursrechter het onderspit delven. ‘Dat is toch Kafka?’

‘Als het vermoeden niet wordt weggenomen wordt er geen vergunning verstrekt’, zo stelt burgemeester Eberhard van der Laan.

Kaatee vindt dat in de Bibob-wet een koppeling zou moeten bestaan met het strafrecht. ‘Als in strafrechtelijke zin is vastgesteld dat je niets te verwijten valt, dan zou een bestuurder zich daar ook aan moeten houden.’