Kabinet wil strafmaat doodslag verhogen

De maximale strafmaat voor doodslag moet verhoogd van 15 naar 25 jaar. Dat vinden de Ministers Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Sander Dekker (Rechtsbescherming). Ze bereiden een wetsvoorstel voor waarin dat wordt geregeld. De ministers vinden dat het verschil tussen de maximale straf voor moord (levenslang of 30 jaar) en doodslag (15 jaar) te groot is.

Voorbedachte raad

De straf voor doodslag is in 1886 op 15 jaar bepaald. In 2006 is de maximale tijdelijke straf voor moord verhoogd van 20 naar 30 jaar.

Zowel bij doodslag als bij moord geldt dat de dader iemand opzettelijk doodt. Het verschil is dat bij moord sprake moet zijn van voorbedachte raad, een plan, waarbij de dader enige tijd heeft gehad om dit te overdenken.

Bekir E.

Volgens de ministers is er kritiek uit de samenleving op het grote verschil. Vorig jaar signaleerde de rechtbank in Rotterdam het gegeven dat Bekir E. voor het doden van de 16-jarige scholiere Hümeyra alleen veroordeeld kon worden voor doodslag (hij kreeg ook tbs) maar niet voor moord, hoewel E. schuldig was aan ‘een executie’. Voorbedachte raad kon niet worden bewezen. De rechtbank opperde toen dat het kabinet de maximale straf voor doodslag zou moeten verhogen: ‘dan is het aan de politiek om te kijken of een maximale gevangenisstraf van vijftien jaar, zoals nu in de wet staat, nog wel goed is.’

Voordat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat krijgen burgers en betrokken partijen, zoals rechters, Openbaar Ministerie en advocaten de kans om hun visie op het voorstel te geven.