Kamervragen over hechtenis Fred R.

PvdA-kamerlid Jeroen Recourt heeft aan de minister van Justitie vragen gesteld naar aanleiding van de lengte van de voorlopige hechtenis van liquidatie-verdachte Fred R. Deze staat terecht in het slepende Passage-proces en wacht nu bijna vijf en een half jaar op zijn straf. Recourt wil onder meer weten of de minister vindt dat er een maximum zou moeten gelden voor een voorlopige hechtenis.

R. is ervan verdacht opdracht te hebben gegeven voor liquidaties, en verantwoordelijk te zijn voor de dood van Thomas van der Bijl, die in het voorjaar van 2006 in zijn café in Amsterdam is doodgeschoten, en is aangehouden op 3 augustus 2006.

Recourt wil ook weten of de minister vindt dat naarmate de voorlopige hechtenis duurt verlenging steeds beter moet worden gemotiveerd. Zou er niet een specifieke motiveringsplicht moeten bestaan, die verder gaat dan de algemene motiveringsplicht zoals die nu opgenomen is in artikel 24 van het Wetboek van Strafvordering, vraagt Recourt.

Daarnaast haakt Recourt aan bij de lange duur van het Passage-proces, dat op 9 februari 2009 is begonnen. Hij wil weten of de minister vindt dat de rechter voldoende instrumenten heeft om regie te kunnen voeren op de lengte van een strafrechterlijk onderzoek en om vertragingen te voorkomen.

Recourt zegt zich bewust te zijn van het gevaar dat hem verweten wordt dat hij zich bemoeit met een lopend proces en dat ook niet te willen doen.

Naar aanleiding van het Passage-proces vraagt hij zich voorts af of het logisch is dat een rechter die oordeelt over de vordering tot verlenging van een zeer lange voorlopige hechtenis ook de rechter moet zijn die oordeelt over de bewezenverklaring.

Recourt: ‘Dan kan er toch een schijn van vooringenomenheid zijn. Welke rechter gaat nog vrijspreken na een zeer lange voorlopige hechtenis te hebben gesanctioneeerd’?

Fred R. is ondertussen allang geen procesdeelnemer meer. Na advocaten-wissel is hij weer terug bij Peter Plasman die al heeft laten weten dat R. voor de rechtbank geen verweer meer voeren zal. Plasman zal ook geen pleidooi houden. Pas in hoger beroep zal R. zijn verdediging weer ter hand nemen.

Na een lang verblijf op de landelijke afzondering in Vught is R. inmiddels gedetineerd in het wat modernere huis van bewaring van Zoetermeer. Hij zit daar wel een in bijzonder regime waardoor hij minder contact heeft met medegedetineerden dan anderen

Hier staan alle vragen van Recourt.