Geeft boek Van der Laan nieuw inzicht?

‘Niet zo lang geleden waren vechtsportgala’s in met name Utrecht en Amsterdam goede graadmeters om te bepalen wie ertoe doet in de onderwereld. De vip-tafels, het dichtst bij de ring, werden vaak bezet door gasten die bij politie en justitie hoog op het verlanglijstje stonden. De wedstrijden zijn ontmoetingsplaatsen van topcriminelen, de sport staat op de tweede plaats, zo oordeelde burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam, die de gala’s daarom in de ban deed. Sindsdien staan veel organisatoren op omvallen omdat er geen geld meer wordt verdiend.’

Dat schrijft John van den Heuvel in De Telegraaf vandaag.

 

 ‘Ik bezocht zelf ook regelmatig vechtsportgala’s, al was dat eerlijk gezegd vooral vanwege de zin waarmee ik deze column opende. Ik kan me nog goed de evenementen in de Sporthallen Zuid in Amsterdam en de Vechtse Banen in Utrecht van pak ‘m beet vijftien, twintig jaar geleden voor de geest halen.

Zelden zag ik zoveel bekende kopstukken uit het criminele milieu bij elkaar. En de politie? Die was, met uitzondering van twee rechercheurs van een inlichtingendienst, nergens te zien.

Pas veel later, na een bezoek aan het ultieme vechtsportevenement K1 in Tokio, kwam ik in contact met de hoofdrolspelers uit de ring. Het gaf me een wat genuanceerder beeld van de alom veronderstelde verwevenheid tussen vechtsport- en onderwereld.

Mannen als Peter Aerts, Sem Schilt, Alistair Overeem, Joop Kasteel, Badr Hari en Ernesto Hoost waren wel degelijk zeer getalenteerde topsporters, die leefden en trainden voor slechts een doel: als kampioen de ring verlaten. Maar ook zij hadden last van het slechte imago van hun sport en de aantrekkingskracht van lieden uit de onderwereld.

Niet iedere vechtkampioen beschikt over de kracht om de ‘magneetwerking’ van het criminele milieu te weerstaan. Dat gegeven wordt heel goed beschreven in het boek De Kickbokser, dat deze week in Amsterdam wordt gepresenteerd. Jens Olde Kalter beschreef zijn bezoeken aan talloze gala’s en interviewde zeer uitvoerig de hoofdpersoon van het boek, meervoudig wereldkampioen Ernesto Hoost.

Ook de in Japan geadoreerde Hoost onderkent de invloed van de onderwereld op zijn sport, maar is tegelijkertijd het levend bewijs hoe een vechtsporter zich aan die invloedssfeer kan onttrekken.

Hoost werd ooit getraind door de gerenommeerde kickbokstrainer Jan Plas, die zelf diep in het milieu verstrikt raakte. In zijn boek onthult Jens Olde Kalter dat Plas ging samenwerken met een drugsbaron, die op het punt stond de kinderen van een officier van justitie te ontvoeren.

Maar Ernesto Hoos liet zich niet in het moeras meetrekken, trainde onverstoorbaar verder, werd wereldkampioen en kreeg aan het einde van zijn carrière zelfs een koninklijke onderscheiding.

Het boek De Kickbokser toont aan dat niet alle vechtsporters criminelen zijn en dat niet ieder vechtsportgala een crimineel broeinest is. Burgemeester Eberhard van der Laan neemt deze week, heel sportief, het eerste exemplaar van De Kickbokser in ontvangst. Dit boek kan zelfs hem nog weleens verrassende nieuwe inzichten brengen.’