De korpschef van de politie Twente, Martin Sitalsing (49), gaat weg bij de politie omdat hij niet akkoord is met een bijrol in de nieuwe Nationale Politie. In een gesprek met De Telegraaf zegt Sitalsing dat meer leidende figuren binnen de politie weg willen nu ze niet tot één van de tien regiochefs bij de Nationale Politie zijn benoemd.

Van de 26 huidige korpschefs blijven er na de reorganisatie nog tien over. Sitalsing is de eerste allochtone korpschef in Nederland en geldt binnen de politie als een groot talent. Hij wordt binnenkort directeur van Bureau Jeugdzorg in Groningen. Gisteren diende hij zijn ontslag in.

‘Ik maak geen deel uit van de tien kwartiermakers, de beoogde regiochefs binnen de nationale politie. Ik ben een man van een eindverantwoordelijke functie en pas ervoor om een bijrol te spelen’, zegt Sitalsing in De Telegraaf.

Directeur van Bureau Jeugdzorg in Groningen ziet hij als een ‘fantastische uitdaging’.

‘Iedereen is wel om zich heen aan het kijken. Je bent toch gewend aan die eindverantwoordelijkheid. Als die er niet meer is, wordt het lastig’, zegt Sitalsing over bepaalde collega’s die in hetzelfde schuitje zitten.

Het vertrek van de in Suriname geboren Sitalsing is een klap in het gezicht voor mensen die hem als boegbeeld zien voor ambitieuze allochtonen binnen de politie. Sitalsing: ‘Dat ik uit deze voortrekkersrol verdwijn, raakt me nog het meest. Max Daniel (plaatsvervangend korpschef van Friesland, geboren in Indonesië, red.) is des duivels dat ik opstap en niet ben benoemd als kwartiermaker.’

‘Ik kon mogelijk ergens een plekje krijgen in een regioleiding, maar zelfs dat was niet zeker. Er was nu even geen plek voor mij als regiochef, maar misschien in de toekomst wel. Nou, als dat in de toekomst zo is, dan ben ik altijd wel weer bereid om terug te komen. (…) Ik sluit niet uit dat ik terugkeer bij de politie en uiteindelijk op de stoel van de korpschef van Amsterdam-Amstelland kom te zitten.’