Locatiebepaling bij vermissingen makkelijker

Een wetswijziging moet het uitpeilen van vermiste personen makkelijker maken. Het Ministerie van Justitie werkt aan een voorstel om de mogelijkheden voor het inzetten van digitale opsporing via mobiele telefoons te verbreden. Tot nu toe mogen alleen verdachten van misdrijven worden getapt en gevolgd.

Volgens de huidige wetgeving  mag een verdachte worden getapt en uitgepeild als er een verdenking is van een misdrijf en er als er toestemming is van de rechter-commissaris. Per verdachte moet een machtiging worden verstrekt. Mogelijke slachtoffers van misdrijven, zoals vermiste personen, mogen niet op die manier worden opgespoord. Justitie wil dat nu dus veranderen.

Moorden

In het verleden zijn er mensen vermist geraakt, die later slachtoffer van een ernstig misdrijf bleken te zijn. Dat had mogelijk voorkomen kunnen worden door tijdige opsporing, waarbij de bepaling van een locatie via de mobiele telefoon een essentieel hulpmiddel is. De moorden op Milly Boele, Joanne Noordink en Jennefer van Oostende zouden op die manier mogelijk zijn voorkomen.

Levensgevaar

In De Telegraaf zegt politie-profiler Carlo Schippers, die bij honderden vermissingszaken betrokken was, dat de wet op dit moment te beperkend is. ‘Een uitzondering is alleen mogelijk bij aantoonbaar en acuut levensgevaar. Maar wanneer is daar precies sprake van?’, aldus Schippers. ‘Het criterium voor het opvragen van telefoongegevens en andere privacygevoelige gegevens moet niet acuut levensgevaar zijn, maar gedrag dat volledig afwijkt van het normale.’