Man 18 jaar ten onrechte in tbs

De rechtbank Amsterdam heeft woensdag de terbeschikkingstelling van de 47-jarige Dusan van R. beëindigd. Van R. verbleef jarenlang in de Van Mesdagkliniek te Groningen en sinds 2005 op een longstay afdeling van FPC Veldzicht te Balkbrug. Volgens advocaat Rutger Lonterman heeft Van R. 18 jaar ten onrechte in de tbs gezeten. Volgens de rechtbank had de terbeschikkingstelling van Van R. al vanaf 1993 niet meer verlengd had mogen worden. Een justitiële dwaling die tientallen rechters, leden van het Openbaar Ministerie en advocaten niet doorzagen.

In 1989 werd door de rechtbank Amsterdam aan Van R. de TBS-maatregel opgelegd. De rechtbank achtte bewezen dat Van R. een trui en spijkerbroek bij de Bijenkorf had gestolen, een willekeurige vrouw in Uithoorn in het gezicht geslagen en kort bij de keel gegrepen en zich aan lokaal- en huisvredebreuk had schuldig gemaakt.

In verband met het ernstige psychiatrische stoornis  van Van R. vond de rechtbank het noodzakelijk de TBS maatregel op te leggen. Uit het vonnis van 1989 blijkt dat de rechtbank de terbeschikkingstelling tevens in het belang van Van R. zelf heeft opgelegd. Van R. had zelf op hulp en psychiatrische behandeling aangedrongen.

Probleem destijds en ook nu was dat Van R. niet een “echt” TBS-delict had gepleegd. Voor een eenvoudige mishandeling (mishandeling zonder letsel, art 300 Wb. v. Sr.) kon en kan geen TBS worden opgelegd. Hetzelfde geldt voor lokaal- en huisvredebreuk. De betrokkene moet op zijn minst een misdrijf hebben gepleegd waarop door de wet een minimale gevangenisstraf van 4 jaar is gesteld (art 37a Wb. v. Sr). Op mishandeling staat thans maximaal 3 jaar gevangenisstraf; in het verleden was dat 2 jaar.

Om Dusan van R. in 1989 toch TBS op te kunnen leggen fundeerde de rechtbank diens terbeschikkingstelling op de door hem gepleegde diefstal. Op diefstal staat maximaal 4 jaar gevangenisstraf (art 310 Wb. v. Sr). Op grond van de diefstal van een trui en spijkerbroek bij de Bijenkorf gepleegd in het najaar van 1988 werd Van R. derhalve de zwaarst mogelijke maatregel opgelegd.

De terbeschikkingstelling vanwege een niet-geweldsdelict kan volgens de wet echter nooit langer dan 4 jaar duren (art 38e Wb. v. Sv). Dusan had dus  in 1993 uit de TBS moeten worden ontslagen.

Advocaat Lonterman heeft berekend dat sinds 1993 tenminste 30 rechters en 10 officieren van justitie naar de zaak van Dusan van R. hebben gekeken. Bovendien is Van R. sinds 1989 in verband met de verlenging van de hem opgelegde TBS 12 maal op zittingen van de meervoudige strafkamer (een college van 3 rechters) voorgeleid.

Ook werd hij in het verleden bijgestaan door een gerenommeerde TBS-advocaat, die nu als Advocaat-Generaal bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch is aangesteld.

Kennelijk heeft men sinds 1993 nimmer onderzocht of de wet wel mogelijkheden bood de TBS van Dusan van R. te verlengen. Overduidelijk is men steeds uitgegaan van de juistheid van de beslissing van de voorgaande rechter. Aldus heeft zich collectief een juridische bewustheidsvernauwing ontwikkeld.

Ook Rutger Lonterman had dit in eerste instantie niet door.

Maar op de zitting van 8 juni, waar de TBS verlenging van Dusan van R. werd behandeld, vroeg hij de rechtbank onmiddellijk een einde te maken aan deze ernstige justitiële dwaling.

Volgens Lonterman heeft Dusan van R. recht op een aanzienlijke schadevergoeding.

De rechtbank van Amsterdam gaat in reactie honderden tbs-zaken opnieuw tegen het licht houden.