Maximaal tien telers mogen staatswiet gaan telen

De regering heeft donderdagochtend bekendgemaakt dat maximaal tien bedrijven gaan meedoen aan het experiment waarbij onder toezicht van de overheid wiet wordt gekweekt. Die telers gaan dan de wiet in bepaalde gemeenten leveren. Het plan en de spelregels moeten nu in het parlement worden besproken.

Administratie

Het kabinet wil meten of de teelt en de verkoop van staatswiet en -hasj gesloten kan blijven. Daarom moeten alle coffeeshops in deelnemende gemeenten meedoen. Amsterdam doet in ieder geval niet mee omdat dit voor die stad onhaalbaar is. Er moeten tussen de zes en tien gemeenten meedoen.

De coffeeshops en de telers moeten een sluitende en transparante administratie bijhouden. Marktwerking moet het aanbod en de prijs gaan bepalen. Op de verpakking moet duidelijk het gehalte werkzame stoffen (THC en CBD) worden vermeld.

De coffeeshops die deelnemen mogen meer dan de nu geldende grens van 500 gram cannabis als handelsvoorraad hebben. Er komt een maximum op basis van de weekvoorraad. Als er coffeeshops in grensgemeenten deelnemen dan mogen ze alleen aan Nederlanders verkopen.

Tien soorten

De coffeeshops verkopen de voorverpakte producten zoals geleverd door de teler. Om een breed gevarieerd aanbod te waarborgen, moeten telers bij de start van het experiment in staat zijn ten minste tien soorten te kunnen telen. De wiet wordt geproduceerd door ten hoogste tien telers. Daarnaast wordt de teler verantwoordelijk voor de verdere verwerking, verpakking en het vervoer van de drugs. De coffeeshophouders worden ook verantwoordelijk voor heldere voorlichting aan klanten over de producten en preventie bij (problematisch) gebruik.

Burgemeesters kunnen vanaf 23 april aangeven of ze interesse hebben om mee te doen aan het experiment. De verwachting is dat later dit jaar een besluit wordt genomen over welke gemeenten deelnemen.

Het experiment gaat tussen de vier en vijf en een half jaar duren.