Meer de helft van de cocaïne naar België

Sinds begin 2017 hebben autoriteiten in havens in Latijns-Amerika en de Caraïben met ondersteuning van een containercontroleprogramma van de Verenigde Naties meer dan 50 ton cocaïne met bestemming Europa onderschept. Van die cocaïne bleek meer dan de helft voor België bestemd te zijn.

Container Control Program

Ruim dertig ton van die inbeslaggenomen handel was bestemd voor België, aldus Belgische media.

De onderzochte coke is niet alles wat er in beslag is genomen in Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied. Het gaat om de coke die is gepakt in het kader van het Container Control Program (CCP) van het VN-bureau voor Drugs en Misdaad (UNODS) en de Werelddouaneorganisatie nationale douane- en politiediensten. Dat programma biedt onder meer expertise, risico-analyses en opleidingen aan, en probeert de uitwisseling van informatie te versterken.

Cocaïne-export gestegen

Het containerprogramma is in veertien landen aan het werk. Overigens is er medio augustus al 31,7 ton in beslag genomen. Kennelijk is het volume van cocaïne-export gestegen.

De cijfers staven de reputatie van Antwerpen als belangrijke doorvoerhaven. Van de 44,4 ton cocaïne die de CCP-eenheden in 2017 in beslag namen, was 31 ton bestemd voor Europa, waarvan 22 ton voor België. Dit jaar zet die tendens zich door. Van de 31,7 ton onderschepte cocaïne had 22 ton Europa als bestemming, en 11 ton daarvan België.

In Rotterdam is beduidend minder in beslag genomen dan in Antwerpen. Dat komt deels doordat Antwerpen een open haven heeft terwijl Rotterdam gesloten terminals heeft en veel meer is geautomatiseerd.

In 2017 is België (lees: de haven van Antwerpen) in Europa Spanje gepasseerd als het land waar de meeste cocaïne werd gepakt, in totaal 38.000 kilo. In Antwerpen wordt al jaren meer cocaïne in beslag genomen dan in Rotterdam.