Onderzoekers vinden dat voormalig minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten de uitkomsten van hun onderzoek heeft verdraaid om zijn harde aanpak van wietteelt te verdedigen. Zo beweert Opstelten dat het overgrote deel van de Nederlandse wiet naar het buitenland gaat, maar het onderzoek waar hij zich op baseerde, stelde juist dat we niet weten hoeveel wiet er geëxporteerd wordt.
Dat schrijft NRC Handelsblad zaterdag. De krant maakte een rondgang langs onderzoekers die, veelal in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, studies publiceerden die Opstelten gebruikte. Zij zeggen dat de inmiddels afgetreden Opstelten aan ‘cherry picking’ deed: onderzoeken met conclusies die zijn punt ondersteunden werden naar buiten gebracht terwijl andere conclusies achter werden gehouden.
Export: we weten het niet
Enkele gemeenten willen gereguleerde wietteelt beginnen, in de hoop dat het criminaliteit terugdringt. Maar volgens Opstelten heeft dat geen zin, omdat de oogst voor het grootste deel de grens over gaat. Hij baseerde zich onder meer op een rapport van een KLPD-onderzoeker uit 2006. Maar uit die studie blijkt dat we niet weten hoeveel wiet er naar het buitenland gaat.
Dezelfde conclusie werd getrokken door een nieuwe exportschatting van vorig jaar, door het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Dcoumentatiecentrum. De onderzoekers stellen dat hun conclusies ook werden verdraaid door Opstelten. Zij zeggen ’teleurgesteld’ te zijn in de voormalig minister.
Regulering in buitenland
Ook verdraaide Opstelten de conclusies over een onderzoek naar regulering in het buitenland. Afgelopen jaren legaliseerde Uruguay de teelt en mag er ook wiet worden verkocht in Amerikaanse staten. Maar volgens Opstelten blijkt uit onderzoek van Rand Europe uit 2013 dat de regulering in andere landen minder ver gaat dan gedacht. Maar volgens de onderzoekers staat die conclusie helemaal niet in het rapport.