Mohammed B. vloog Jesse R. aan

‘De speciale EBI-gevangenis in Vught is hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Maar binnen de muren lijken de gevangenen hun leven niet zeker. Op 27 mei vorig jaar ging Mohammed B. op de luchtplaats medegedetineerde Jessy R. te lijf.’ Dat schrijft Vrij Nederland.

‘De eerste is de moordenaar van Theo van Gogh, de tweede is hoofdverdachte in het grote liquidatieproces. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassingen Jeugdbescherming (RSJ) waar Vrij Nederland inzage in had. 

Het ging er enkele minuten heftig aan toe. Mohammed B. joeg zijn slachtoffer ‘schoppend en slaand over de luchtplaats’. Blijkbaar was de aanvaller er op voorbereid. Hij droeg die dag bergschoenen en had volgens slachtoffer Jessy R. in de voorgaande maanden bokstraining gevolgd en boeken over vechtsporten besteld.

Advocate Hettie Cremers heeft namens Jessy R. in oktober vorig jaar bij de politie Brabant-Noord aangifte van poging tot moord gedaan. Volgens Jessy R. heeft Mohammed B. gezegd: ‘Dit wordt mijn maand, ik ga een PIW’er (cipier, red.) of een medegedetineerde vermoorden,’ zou de moordenaar van Van Gogh hebben gezegd. En: ‘Ik ga Ali A. (net als Jessy R. verdachte in het grote liquidatieproces, maar inmiddels uit voorlopige hechtenis, red.) vermoorden want hij is een slechte moslim, of Jessy R. want die is boeddhist en doet toch niets terug.’ 

Toen Jessy R. werd aangevallen, waren er acht cipiers achter de glazen pui. Ze schreeuwden wel naar Mohammed B. maar grepen niet in. Ze keken toe hoe een derde gedetineerde, Erik Jan Q., tussenbeide kwam. Volgens R. heeft het personeel Q. moedwillig op de luchtplaats toegelaten om te zorgen dat Jessy kon worden ontzet. Volgens zijn advocate Cremers verschuilt de directie zich achter de regel dat werknemers niet aan ‘onnodig gevaar’ mogen worden blootgesteld. Een schijnargument, volgens Cremers: ‘Het risico van geweldpleging is namelijk een normaal bedrijfsrisico.’

(…)

Lees verder Vrij Nederland met ook een situatieschets door Jesse R.