Moszko: Belastingontduiking of witwassen?
Bram Moszkowicz weigert de Belastingdienst één miljoen euro terug te betalen, zo schrijft vandaag De Pers. Hij heeft de belastingkamer gevraagd een oordeel te vellen. De Belastingdienst meent dat Moszokowicz ruim een miljoen euro aan uitgaven niet kan verantwoorden. Op het kantoorpand van het advocatenkantoor ligt al sinds 21 mei 2010 beslag in de vorm van een hypotheek van een miljoen. Is de strafpleiter eigenlijk geen verdachte terzake van witwassen?
Allereerst: Bram Moszkowicz ontkent tegen De Pers dat er een schikking in de maak is: ‘Dat is volstrekte onzin. Ik heb een geschil met de Belastingdienst en dat conflict heb ik nu voorgelegd bij de belastingkamer. Het is absoluut niet zo dat ik schuld erken.’ Wanneer de zaak wordt behandeld, is nog onbekend.
In juli bracht het NRC-Handelsblad naar buiten dat de advocaat uitgaven die hij heeft gedaan tussen 2003 en 2006 niet kon verantwoorden. Het zou gaan om contante betalingen van klanten. De Belastingdienst zou dat hebben geconcludeerd op basis van “derden-onderzoek”. Dat betekent: onderzoek doen bij bedrijven Moszkowicz waar geld uitgaf, zoals kleermaker Oger, restaurant Le Garage en juweliers.
Moszkowicz kreeg van de Belastingdienst een boete en een naheffing en dienst legde beslag op Herengracht 343 in Amsterdam.
Als bovenstaande allemaal klopt dan rijst ook de vraag: heeft Moszkowicz zich in strafrechterlijke zin schuldig gemaakt aan belastingontduiking of witwassen? Op Schiphol, op straat en op Rotterdam Airport heeft de politie alleen al de afgelopen maand verschillende mensen aangehouden voor witwassen. Ze hadden grote bedragen op zak die ze niet kunnen verantwoorden. In Rotterdam ging het om een bedrag van “maar” 50.000 euro (hoewel tv-presentator Britt Dekker 30.000 al bijna als een miljoen beschouwde).
Wanneer is iets witwassen en wanneer “slechts” belastingonduiking?
Rechtbanken hebben hier tegenstrijdig over gevonnist. Er is een arrest van het gerechtshof Amsterdam dat belastingontduiking niet gelijk stelt aan witwassen: ‘de vraag of het niet, onjuist of ontijdig doen van aangifte in de zin van artikel 69 AWR tot gevolg heeft dat de belastingplichtige een ‘uit misdrijf afkomstig’ voorwerp voorhanden krijgt, ontkennend moet worden beantwoord…’ In artikel 420bis WvS staat immers dat het pas witwassen is als het afkomstig is uit ‘enig misdrijf’.
De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad concludeert echter dat geld uit belastingfraude in beginsel ook afkomstig is uit enig misdrijf in de zin artikel 420bis. En de Hoge Raad was dat met hem eens. De Hoge Raad vindt dat de tekst van de wet geen beperkingen stelt aan de reikwijdte van de witwasbepalingen (hier een beschouwing over die vraag).
Moszkowicz zou momenteel best verdachte van witwassen kunnen zijn. Of een verdachte wordt aangehouden is – buiten heterdaad – een besluit van de officier van justitie.
In dit verband is er nog een interessante belastingvraag: is de boekhouding van Moszkowicz over 2007-2010 wel in orde? Volgens een ingewijde is het niet ongebruikelijk om belastingfraude in een bepaalde periode af te doen met een boete en voor een andere periode een strafrechterlijke vervolging in te zetten.
De Orde van Advocaten doet eveneens onderzoek naar het probleem van Moszkowicz, met name of de kwestie de praktijkvoering raakt van Moszkowicz als advocaat. In De Pers zegt de Amsterdamse deken Germ Kemper op basis van door Moszkowicz aangeleverde stukken: ‘Het is een complex probleem. Ik kan niet in één opslag zien dat er niks aan de hand is, maar ook niet dat het helemaal fout zit. (…) De praktijkvoering en de continuïteit lopen geen gevaar. Er is geen sprake van een urgent probleem.’