Naïeve Rotterdamse campagne gevaarlijke onderschatting cocaïnehandel (COLUMN)

Recent verscheen in een column in het FD de suggestie dat gebruik van cocaïne door klimaatactivisten te linken is aan de golf van aanslagen met explosieven en liquidaties. Gretig en goedkeurend gebabbel op X volgde. Zo werd weer eens, op niks af, een opinie, in de mix met wat oud-Hollandse moraalridderij, een soort feit. En het klopte niet, het was borrelpraat. Niet alleen dat.

Door @Wim van de Pol

De genoemde column vloeide voort uit misleiding, die in de markt wordt gezet door het ministerie van Justitie. Dat is gevaarlijk omdat dergelijke, vanuit de heup geschoten suggesties, bijdragen aan de verdere onderschatting van het probleem van cocaïnehandel.

De gedachte is: als we met zijn allen geen drugs doen dan is het probleem Nederland uit.

Zo is het niet.

Causaal verband

Ten eerste is een causaal verband tussen cocaïnegebruik in Nederland en geweld in de Nederlandse cokehandel helemaal niet wetenschappelijk of anderszins vastgesteld.

De juistheid van de suggestie ligt ook niet voor de hand. De meeste coke die in Nederland en België binnenkomt wordt direct doorgevoerd naar het buitenland. Wat wij hier snuiven valt in het niet bij de honderdduizenden doorgevoerde kiloblokken cocaïne. Ook als in Nederland niemand snuift, tuimelen de blokken toch wel door Rotterdam.

Rekenkamer

Stoppen met snuiven in Nederland – door klimaatactivisten, ADE-bezoekers, yogasnuivers of justitieambtenaren – is dus geen oplossing. Een dure anti snuif-campagne in het armlastige Rotterdam ook niet.

Honderden miljoenen euro’s spenderen aan repressie evenmin. Niemand in Nederland blijkt te weten hoeveel de overheid precies uitgeeft aan bestrijding van drugs, en niemand weet wat het effect is. Een mooie klus voor de Rekenkamer.

Klusjes

Zeker, de cocaïnehandel zelf zorgt voor geweld. Een belangrijke wereldwijde cocaïnestroom loopt momenteel vooral via Nederland en Vlaanderen. Daarom kunnen hier steeds meer (vooral jonge) mensen bakken met geld verdienen door allerlei “klusjes” te doen. Zoals het uithalen van cocaïne uit containers of het beschieten van panden.

Ze worden veelal in kiloblokken coke uitbetaald. Of ze komen in contact met mensen waar ze gemakkelijk zelf een blok kunnen aanschaffen. Dat leidt tot toename van handelshoeveelheden cocaïne op straat en dat weer tot ruzies, rippen, en meer schietpartijen en explosies.

Blokkeren

Een andere wijze waarop de cocaïnehandel (of drugshandel) voor geweld zorgt, is als handelaren voor elkaar de toegang tot de markt proberen te blokkeren. Het is één van de belangrijke factoren achter de geweldsexplosies van de afgelopen decennia in Mexico: gevechten om de controle over de “plazas” op de cocaïneroute naar de Verenigde Staten.

Een van de manieren waarop repressie door opsporingsdiensten geweld in de hand heeft gewerkt, en soms veroorzaakt, is het aanwakkeren van de onderlinge strijd tussen criminele organisaties om de controle over de toegang tot de markt, zoals in Mexico is gebeurd. Dat is iets wat Nederland en België bespaard is gebleven.

Althans, tot nu toe.

Bedreigender manier

Er is nog een manier waarop repressie van cocaïnehandel dodelijk geweld veroorzaakt en de samenleving en economieën van hele landen ernstig aantast.

Ik noem het wat het is: “aantasten”. Om zo de nutteloze en inmiddels platgeslagen term “ondermijning” maar eens te vermijden.

Het is een stille manier, een ingrijpender, en ook bedreigender manier. Het werkt als een virus waartegen geen vaccin te maken is.

Versplintering

Bestrijding van de cocaïnehandel heeft door de jaren heen gezorgd voor versplintering en verspreiding van de handel over steeds meer landen.

Smokkelaars vonden (en vinden) steeds nieuwe trucs en routes, via steeds meer landen. Oude trucs en routes blijven bestaan. Als de weg over zee wordt geblokkeerd gaat het door de lucht en vice versa, in eindeloze variaties.

Op de route

Op die manier zijn er wereldwijd allengs meer mensen bij betrokken geraakt. Op die manier zijn momenteel gebieden in Paraguay, Uruguay, Brazilië en Argentinië in snel tempo aan het uitgroeien tot nieuwe “hubs” in het systeem.

Op die manier is het voor Suriname moeilijk om zich te ontworstelen aan politieke onmacht en aan de armoede: het land is namelijk op de route van de cocaïnehandel komen te liggen.

En in Nederland en België zijn er met de groeiende stroom coketransporten steeds meer jonge mensen betrokken geraakt. Ze gingen – en gaan – lucratieve “klusjes” doen. Op zeker moment stappen de talentvollen onder hen zelf in de handel.

Poel van ellende

De manier en de snelheid waarop de handel mondiaal uitdijt, ondersteund door alsmaar stijgende wereldproductie van cocaïne, zou een schrikbeeld moeten zijn voor de overheid.

Juist door de (gewelddadige) bestrijding is de samenleving in voorheen relatief vreedzame landen als Ecuador en (delen van) Mexico afgegleden naar een hopeloze poel van ellende. Onveilig, corrupt, en uiterst gewelddadig, met de democratie in ernstig gevaar.

Waterbedeffect

Opsporingsdiensten kunnen slechts beperkt de cocaïnesmokkel sturen, aanbod en gebruik dalen niet, de prijs gaat niet omhoog. Ze veroorzaken een waterbedeffect dat steeds meer landen in de handel betrekt. Zo heeft in ruim driekwart eeuw de geschiedenis het geleerd.

In 2021 heb ik dit in vijf verhalen op Follow the Money proberen uit te leggen. Helaas is dit relaas ook in 2023 actueel.

Organisme

Cocaïnehandel zoekt als een organisme zijn eigen weg, het is een perfect functionerend wereldwijd systeem, dat overleeft. Niemand is de baas in dat systeem, en zeker niet Bolle Jos of Ridouan Taghi, zoals sommige kranten ons willen doen geloven.

Met de arrestatie van een paar Taghi’s, en van de eindeloze rij opvolgers die nog gaan komen, raken we niet verlost van het probleem. En zeker niet van de moorddadige ellende die Nederland op korte termijn nog te wachten staat.

Vastbesloten

De VVD van minister Dilan Yesilgöz van Justitie, en kennelijk ook de gemeente Rotterdam, zijn vastbesloten door te gaan met ons wijs te maken dat ze iets substantieels aan de stroom van cocaïne in de Lage Landen kunnen doen. Of erger: dat ze met de politie-inzet gaan voorkomen dat jonge mensen elkaar op straat doodschieten.

Dat is misleidend en gevaarlijk omdat het probleem wordt onderschat. Om een begin te maken met de echte aanpak van het probleem moet uit een heel ander vaatje worden getapt, daarover een andere column.

Wijntje

Nu ging het over de “alternatieve feiten” die de ronde doen over cocaïnehandel.

Je mag alles vinden van snuivende klimaatactivisten. Ook moraalridderij is toegestaan. Maar een mening is wat anders dan feitelijkheid.

Cocaïnegebruikers in Nederland zijn niet de oorzaak van het huidige geweld in de Nederlandse straten.

Proost: neem in het weekend nog een lekker wijntje, het is borrelpraat.