Namen in moorddossier Peter R. de Vries mogen anoniem blijven

De rechtbank in Amsterdam heeft vrijdag het verzoek afgewezen om in de strafzaak Iraklia, over de moord op Peter R. de Vries, 88 personen als getuige te horen. Dat verzoek was gedaan door de verdediging van een van de twee verdachten. Ook hoeven de namen van de 88 personen niet te worden geopenbaard.

Geanonimiseerd

De verklaringen van de 88 ooggetuigen, verbalisanten en deskundigen zijn door het Openbaar Ministerie uit veiligheidsoverwegingen geanonimiseerd in het dossier opgenomen. Volgens de verdediging van vermeend schutter Delano G. is het hierdoor onmogelijk om de rechtmatigheid en de betrouwbaarheid van de onderzoeksbevindingen te beoordelen. Daarom wilde de verdediging alle 88 personen als getuige horen.

Onvoldoende onderbouwd

De rechtbank wijst dit verzoek af. Over het horen van de deskundigen is de rechtbank van mening dat de verdediging onvoldoende heeft onderbouwd waarom dat noodzakelijk is. Ook het verzoek om verbalisanten en ooggetuigen te horen, wijst de rechtbank af. ‘In de huidige stand van het onderzoek en gelet op het procesdossier, waarin zich ook camerabeelden bevinden, is de rechtbank voorlopig van oordeel dat vooralsnog onvoldoende grond bestaat voor toewijzing van deze verzoeken.’

Niet noodzakelijk

De rechtbank is het met de advocaten eens dat het herleidbaar moet zijn dat politiemensen en deskundigen de functie hebben die in het dossier staat vermeld, maar daarvoor is het niet noodzakelijk dat hun namen worden geopenbaard. Dat geldt volgens de rechtbank ook voor de officieren van justitie en de rechter-commissarissen.

Er vindt nog een pro-formazitting in de zaak plaats op 30 mei. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak is voorlopig gepland op 7 en 15 juni. De uitspraak staat gepland op 7 juli.