Nederland: 86 beschermde getuigen

In Nederland zitten momenteel 164 personen in een getuigenbeschermingsprogramma. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Twente, dat Het Parool heeft ingezien. Er verkeren 86 getuigen in een programma, die soms zijn vergezeld van hun partners of kinderen.

Ruim tachtig procent van de getuigen is man en de gemiddelde beschermde getuige is 46 jaar oud. Bijna 80% van deze getuigen is ooit veroordeeld voor een misdrijf.

Getuigenbescherming is in Nederland in 1995 ingevoerd, het onderzoek van de Twentse Universiteit is de eerste diepgaande studie ernaar.

Het aantal getuigen dat in een beschermingsprogramma wordt opgenomen stijgt niet sterk, hoewel criminelen wel steeds vaker een overeenkomst met het Openbaar Ministerie afsluiten.

Sinds 2006 mogen officieren van justitie maximaal een halvering van de strafeis toezeggen aan zogeheten kroongetuigen die zelf criminele feiten hebben gepleegd maar daarover (en over anderen) bereid zijn te verklaren. Deze categorie maakt maar een fractie uit van het totaal aantal beschermde getuigen. 

Een gemiddeld beschermingsprogramma duurt drie jaar. Daarna moeten de deelnemers op eigen benen staan onder een nieuwe identiteit. Ruwweg zijn er twee types te onderscheiden: de ‘push-getuigen’ en ‘pull-getuigen’. De eerste categorie is door de omstandigheden in gevaar geraakt en op bescherming aangewezen omdat het afleggen van een getuigenis levensgevaar oplevert. De tweede categorie zijn criminelen die in willen gaan op de kans die een beschermingsproject biedt voor een radicale koerswijziging in hun leven. De eerste groep heeft het doorgaans in het begin moeilijk terwijl de tweede groep juist veel later problemen ervaart met het regime. 

In het papieren Parool zaterdag een langer artikel over de gang van zaken in de getuigenbeschermingsprogramma’s met onder meer de verantwoordelijke officier van justitie Marjolein Verwiel van het landelijk parket.