Treuzelen met anti-kinderporno software

Een klein Canadees softwarebedrijf kwam vlak voor de eeuwwisseling met een baanbrekende technologie om razendsnel kinderpornoplaatjes te kunnen sorteren en analyseren. De software was ontwikkeld door wetenschappers uit de cryptografie. Het programma is inmiddels vele versies later maar heeft zijn naam behouden: Childbase. Met Childbase kunnen opsporingsambtenaren zich snel een weg banen door de miljoenen foto’s en filmpjes met kinderporno. En ook betere conclusies trekken over de identiteit van daders, slachtoffers en over de lokatie waar de opname is gemaakt. Het patroon van een beddesprei is genoeg.

Door Wim van de Pol

Het programma kan gezichten en patronen veel sneller herkennen dan vergelijkbare software. Hoe meer plaatjes in Childbase worden ingevoerd, hoe meer daders kunnen worden gepakt. Maar daar ligt een probleem: Childbase is nog steeds maar uitgerold in een handvol landen. Veel landen zijn huiverig voor het systeem. Nederland had het in 2004 al kunnen gebruiken, maar nu nog steeds draait er geen Childbase of vergelijkbare software.

Een van de programmeurs die bij de ontwikkeling van Childbase betrokken is geweest vertelt aan Crimesite dat Childbase effectiever wordt voor de opsporing naarmate er meer plaatjes in worden geladen. ‘Dan kan je steeds meer patronen en daders herkennen.’ Het probleem is dat aanvankelijk alleen Canada en Groot-Britannië Childbase wilden gebruiken. Maar dat ging toch al gepaard met successen. Rond de eeuwwisseling werden twee grote geheime kinderpornonetwerken in wereldwijde operaties opgerold: de Cathedral-zaak en het netwerk van de Wonderland Club.

Het kabinet van Tony Blair vond Childbase zo bijzonder dat Groot-Brittannië de zaak van de kinderpornografie aankaartte op de G8-top in Genoa in 2001. Als de grote landen Childbase zouden invoeren, zo bepleitten de Engelsen, zou verspreiding en productie van kinderporno goed kunnen worden bestreden.

Maar, het lukte niet. ‘Landen waren huiverig om Childbase over te nemen omdat niet duidelijk was wie of wat er boven water zou komen,’ zegt de programmeur die Childbase hielp ontwikkelen. ‘Landen wilden niet de regie bij de opsporing van kinderporno uit handen geven.’ In 2005 nam de G8 weliswaar een principebesluit om tot een internationale database te starten maar in de praktijk is het nooit van de grond gekomen.

Binnen het KLPD in Nederland waren de kinderporno-specialisten op de hoogte van de mogelijkheden van Childbase en pleitten voor aanschaf. Het systeem zou ‘enkele tonnen’ kosten stelde een KLPD’er in 2006. De miljoenen plaatjes in de KLPD-database zouden kunnen worden gekoppeld aan die van Engeland en andere landen en dat zou zeer veel informatie opleveren.

Er is overleg tot stand gekomen rond 2006 tussen verschillende Interpol-landen over de implementatie van zo’n systeem en met name over de toegang tot de database. Het voorstel was dat voor iedere zoekslag de korspchef van het KLPD een handtekening zou moeten zetten. In totaal zouden twee of drie Nederlanders toegang mogen hebben.

‘Een gevoeligheid is dat bij een zoekslag zomaar een bekende persoonlijkheid op zou kunnen duiken,’ zegt de programmeur. ‘Je weet niet wat het systeem vindt wanneer het aan het analyseren slaat.’

Jarenlang is er overwogen of Nederland Childbase zou moeten aanschaffen of de Franse concurrent van het bedrijf LTU die inmiddels in de markt was gekomen. Maar in 2008 is besloten dat er een eigen systeem zou worden ontwikkeld door een klein particulier bedrijf, de Universiteit van Amsterdam en TNO. Resultaat is dat er nog steeds geen systeem draait.

‘In 2004 hadden ze Childbase in Nederland volledig actief kunnen hebben,’ zegt de programmeur, ‘nu hebben ze nog steeds niks.’

Childbase draait inmiddels in Nieuw-Zeeland, Hong Kong, Groot-Brittannië en Canada.

Lees hier over Childbase.

Lees ook: 

Weinig bestrijding van internationale pedofilie

De internationale pedo-wereld

Echtgenoot Robert M. was bekende pedofiel