NFI begint databank voor digitale sporen op telefoons

Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) komt een speciale databank voor digitale sporen die apps in mobiele telefoons achterlaten. Medewerkers van het NFI gaan rechercheurs in binnen- en buitenland helpen om die sporen beter in beeld te kunnen krijgen zodat die er meer mee kunnen doen.

Laatste gangen

Apps zoals WhatsApp, stappentellers of Snapchat slaan (tijdelijk) allerlei gegevens op die in de opsporing van dienst kunnen zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld helpen om de analyseren wat de persoon heeft gedaan die de telefoon bij zich had. Het kan gaan om de laatste gangen van een slachtoffer van een moord te reconstrueren of om het toetsen van de verklaring van een getuige of verdachte.

Een iPhone kan bijvoorbeeld soms informatie bevatten waarop precies te zien is of iemand wel of niet een trap heeft opgelopen. Omdat er zoveel apps op een telefoon staan hebben rechercheurs niet altijd door welke apps waardevolle informatie hebben opgeslagen.

Kennisplatform

Het NFI wil een internationaal forensisch kennisplatform beginnen waar expertise te krijgen is. De bedoeling is dat onderzoekers vanuit hun werkplek toegang krijgen tot de database en zo informatie over specifieke apps kunnen opvragen.

De databank zal worden aangevuld door kennis van forensische instituten in Japan, Noorwegen en Griekenland. Studenten van hogescholen en universiteiten gaan helpen om de software verder te ontwikkelen, door bestaande en nieuwe apps te analyseren en de database uit te breiden.

Het NFI hoopt aan het einde van het jaar een eerste versie van de database beschikbaar te hebben.