Nieuw scenario Vaatstra-zaak ondersteund

De veronderstelling dat de dader van de moord op Marianne Vaatstra in 1999 in het Friese Veenklooster, uit die omgeving komt, is ondersteund door tips na het televisieprogramma van Peter R. de Vries Misdaadverslaggever over de moord. Uit die tips is onder meer duidelijk geworden dat het type aansteker dat in de tas van Marianne zat, destijds in de omgeving is verkocht. Op basis van meerdere bevindingen gaat het Openbaar Ministerie binnenkort toestemming vragen voor een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek in het betrokken gebied.

 

De aansteker met daarop een Playboy-symbool (foto onder) werd op 20 mei in de uitzending van Peter de Vries  getoond. Op de aansteker is DNA gevonden dat overeenkomt met sporen die de dader op het lichaam van Marianne heeft achtergelaten. Een aantal mensen wist te vertellen dat deze aanstekers destijds onder meer werden verkocht in de omgeving van de woonplaats van Marianne en bij een zaak in rookartikelen in Leeuwarden. Nader onderzoek door de politie wees uit dat deze verklaringen klopten. Marianne woonde in 1999 in Zwaagwesteinde.

 

Politie en justitie gaan er nu vanuit dat de dader uit de omgeving van het slachtoffer moet komen. Dat scenario is dankzij de tips verder ondersteund. 

Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag is de laatste fase ingegaan van het zogeheten verwantschapsonderzoek in de landelijke DNA-databank. Met dat onderzoek wordt gekeken of er familieleden van de dader in de DNA-databank zitten. In dit landelijk archief zit DNA van personen die voor een misdrijf zijn aangehouden en DNA afkomstig uit sporen die bij een delict werden gevonden. Hoewel alle uitkomsten nog niet bekend zijn, is het Openbaar Ministerie alvast begonnen met de voorbereidingen voor een aanvraag voor een grootschalig verwantschapsonderzoek in de regio.