Nieuwe informatie over cold case uit 1995

Een gepensioneerde raadsonderzoeker van de Raad voor de Kinderbescherming is naar voren getreden met informatie over de moord op het achtjarige Helmondse meisje Manon Seijkens in 1995 in Helmond. 

Haar

Hij wijst naar een man met een tbs-verleden die indertijd in de buurt woonde. De onderzoeker reageerde op een recente publicatie in De Telegraaf en nam contact op met de krant. Manon Seijkens verdween op 10 augustus 1995. Een half jaar later werd ze op enkele honderden meters van haar huis dood teruggevonden. Ze bleek seksueel te zijn misbruikt. Op haar lichaam is een haar gevonden waaruit een dna-spoor te destilleren valt. Dat dna kan worden gebruikt in nieuw politie-onderzoek naar deze cold case. De familie heeft een advocaat in de arm genomen om heropening van het onderzoek te eisen.

Vader

De medewerker van de Raad zegt dat er in de wijk waar Manon met haar moeder woonde, ook een gezin leefde waarvan de vader een tbs-verleden had vanwege zedendelicten: ‘Ik heb zelf de afschuwelijkste ervaring met die vader gehad. Bij een huisonderzoek gijzelde hij me en wilde hij me iets aandoen. Indertijd durfde niemand iets te zeggen, maar nu we twintig jaar verder zijn wil ik alsnog graag informatie kwijt. De moord op Manon speelt nog altijd door mijn hoofd. Hoe kon iemand zo’n lief kind iets aandoen?’

Verjaren

Coldcase-zaken verjaren niet, en de politie zegt dat tips of nieuwe aanknopingspunten reden kunnen zijn de zaak te heropenen. Het dna-spoor kon nooit aan een dader worden gekoppeld. Er zijn indertijd wel drie verdachten opgepakt van wie er één ook een straf van vijftien jaar kreeg, maar die man is later door het gerechtshof vrijgesproken.