OM: 18 jaar voor moordpoging dochter
Het Openbaar Ministerie heeft vandaag bij het gerechtshof in Amsterdam 18 jaar cel geëist tegen de Turkse Haarlemmer Salih K. (48) die heeft geprobeerd zijn 15-jarige dochter te vermoorden. Op 2 juni 2009 lokte K. zijn dochter naar een kelder op zijn werk. Daar sloeg hij haar met een hamer en een zaklamp. Het meisje hield zich dood en K. stopte haar in een ondergrondse put. K. hervatte daarop zijn werk. Het OM noemt deze daad ‘gruwelijk’ en ‘kil’ en acht bewezen dat de man met voorbedachte rade zijn dochter heeft willen vermoorden. De rechtbank veroordeelde K. tot 14 jaar.
Verder vindt het OM bewezen dat de verdachte zijn dochter gedurende ongeveer een jaar seksueel heeft misbruikt.
Salih K. stond bekend als een lieve, aardige en bescheiden man die zijn dochter als zijn oogappeltje beschouwde. Hij werkte als schoonmaker in het winkelcentrum van de Brinkmann-passage in het centrum van Haarlem. Zijn dochter vond het in eerste instantie niet vreemd dat hij juist dáár met haar wilde afspreken.
Eenmaal in de kelderruimte heeft hij haar volgens het Openbaar Ministerie eerst proberen te wurgen en daarna geslagen tot haar schedel gebroken was. Vervolgens wurmde hij haar in een pastic zak en liet hij haar dalen in een vetput die bestemd is voor horeca-resten die niet in het riool mogen terechtkomen.
Het meisje heeft zich doodgehouden en slaagde erin zich te bevrijden nadat haar vader was verdwenen. Via een nooduitgang van de kelder kwam ze terecht in een boekhandel aan de Barteljorisstraat, waar men zich over haar ontfermde en de ambulance belde.
De vader deed ’s avonds aangifte van de verdwijning van zijn dochter, maar hij werd aangehouden. Hij wist niet dat zijn dochter ondanks haar zware schedel- en hersenletsel was ontsnapt uit de put.
De advocaat-generaal zei: ‘De verdachte is uitermate berekenend en koelbloedig te werk gegaan. Niet alleen bij de planning en de uitvoering van de poging tot moord, maar ook daarna.’
‘Het slachtoffer moet uren in de put hebben gezeten. Helemaal alleen, met een kapot geslagen hoofd en een gebroken hand. Niet wetend of haar vader nog terug zou komen en zou ontdekken dat ze niet dood was en haar alsnog dood zou maken.’
K. was tegen het vonnis van de rechtbank in hoger beroep gegaan. Hij zei dat het hoofdletsel van het meisje deels was ontstaan tijdens haar poging uit de vetput te komen.
De rechtbank achtte dat volstrekt niet aannemelijk.
Advocaat Esther Vroegh stelt vraagtekens bij de verklaringen van de dochter: ‘Mijn cliënt blijft er bij dat hij niet heeft geprobeerd het meisje te vermoorden.’
K. ontkent ook het meisje seksueel te hebben misbruikt.
Uitspraak is op 14 juni.