Het Openbaar Ministerie heeft forse kritiek geuit op de vastgoedsector. Volgens het OM is de bedrijfscultuur 'de voedingsbodem' geweest voor de vastgoedfraude in het Bouwfonds en Philips Pensioenfonds. Voormalig Bouwfondsdirecteur Jan van Vlijmen zou een kwart miljoen euro achterover hebben gedrukt.

Het OM is in het hoger beroep flink van leer getrokken tegen de vastgoedsector. Ook tijdens de processen voor de rechtbank werden er kanttekeningen bij de bedrijfscultuur gezet, maar de cultuur wordt nu expliciet als oorzaak benoemd voor de miljoenenfraude.

Elkaar iets gunnen of omkopen?

Volgens advocaat-generaal Jos van Leijen is de fraude mede ontstaan door de cultuur van elkaar vertrouwen en 'elkaar iets gunnen', schrijft het Financieele Dagblad. Het gaat volgens het OM niet om een incident; de fraude is 'kenmerkend voor de branche' en het zou gaan om 'het topje van de ijsberg'.

Volgens het OM zijn veel mensen die in de vastgoedsector werken bereid om miljoenen weg te sluizen met valse facturen of valse overeenkomsten. De lijn tussen 'elkaar iets gunnen en omkopen' zijn vervaagd, mede door de grote bedragen die met de sector gemoeid zijn.

'Met het grootste gemak'

Als voorbeeld noemt het OM vastgoedhandelaar Harry Hilders, die er 'met het grootste gemak' mee zou hebben gewerkt aan de fraude van Philips Pensioenfonds-directeur Will F. Hij hield volgens het OM 'op grove wijze' grote bedragen achter bij verkopen. Hilders zou daar bij een andere directeur van het Philips Pensioenfonds, Rob L., ook aan mee hebben gewerkt.

Dat OM juist Hilders noemt, is opvallend. Hilders staat namelijk niet terecht, maar heeft zijn verdenkingen voor 40 miljoen euro geschikt. Hij moest daarbij ook een werkstraf doen, maar volgens Hilders is dat geen schuldbekentenis.